In nauwe samenspraak met de gemeente Leiden heeft VVKH een stedenbouwkundig plan gemaakt voor de herontwikkeling van een tweetal kantoorgebouwen aan de Verbeekstraat in Leiden. Wat nu een versteende omgeving is waarin de auto domineert moet straks een bruisende, groene en mensvriendelijke woonwijk worden. In lijn met de hoogbouwvisie van de gemeente wordt langs de Plesmanlaan een aantal volumes toegevoegd die een nieuw stadsaanzicht vormen langs deze toegangsweg van de stad. Samen met de ontwikkelingen op de Bio Science Campus aan de overzijde van de weg ontstaat hier een nieuw en innovatief stadsdeel.
Voor het woonhuis Rapenburg 49 in Leiden, een Rijksmonument, hebben wij een ontwerp gemaakt voor het verduurzamen en tevens versterken van de historische en ruimtelijke kwaliteiten van het pand. Het woonhuis bestaat uit een voor- en achterhuis. De stijlkamers in het voorhuis zijn in oude luister hersteld. Oorspronkelijke details en kleuren zijn teruggebracht en er is een nieuwe wandbespanning aangebracht. De familie woont zelf met twee kinderen in het achterhuis. Wens was om het achterhuis zo duurzaam mogelijk te renoveren. Met onder meer het aanbrengen van een dampopen isolatiesysteem, een nieuwe geïsoleerde beganegrondvloer en een luchtwarmtepomp is het gelukt het achterhuis ‘van het gas af’ te halen. Tijdens de renovatie van het achterhuis is de indeling verbeterd en is een dakkapel geplaatst en enkele dakvensters. De verbinding op de begane grond tussen keuken en woon/eetkamer en op de verdieping tussen slaapkamer en bibliotheek is teruggebracht. Bij de ingrepen is steeds gezocht naar een balans tussen moderne techniek en historisch besef.
Het geheel is gerealiseerd in nauwe samenspraak met opdrachtgever, restauratiebedrijf Burgy en Erfgoed Leiden.
fotograaf: Arjen Veldt
Samen met restauratieaannemer Burgy uit Leiden is het achterhuis, het tuinhuis van de woning aan de Garenmarkt 9/9a geheel gerestaureerd en gemoderniseerd. In dit deel woont de nieuwe eigenaar. Het voorhuis met een aantal appartementen/studio's voor de verhuur blijft vooralsnog ongewijzigd.
De woning aan de Garenmarkt 9, 9a wordt in de volksmond ook wel 'Thorbeckehuis' genoemd. De woning heeft een van de grootste particuliere achtertuinen van Leiden. In het achterhuis, het tuinhuis (nr. 9a) schreef de liberale staatsman Johan Rudolph Thorbecke in 1848 de herziening van de Grondwet, die ons land veranderde in een constitutionele monarchie. Thorbecke leidde vanaf 1849 drie kabinetten. Een gevelsteen in het Rijksmonument herinnert aan de bewoning door de liberale staatsman en hoogleraar rechten (1798-1872).
Samen met Bemog Projectontwikkeling heeft studio VVKH in 2017 een plan met duurzame woningen ontwikkeld voor de Kloplocatie, het sluitstuk van de woonwijk Kerk en Zanen in Alphen aan den Rijn.
De locatie ligt aan de rand van het Groene Hart, met prachtige zichtlijnen op de polders. Het project omvat 76 duurzame, gasloze woningen (nul op de meter), 20 waterwoningen, 16 geschakelde villa's, een nuts- en wijkvoorziening en een gebouwde parkeervoorziening. Met de woningen op deze locatie wordt de transformatie van polderlandschap naar de woonwijk Kerk en Zanen afgerond. De woningen passen qua architectuur naadloos binnen de groene omgeving.
De randbebouwing met de geschakelde waterwoningen en de twee appartementengebouwen vormt vanaf de N11 het eerste gezicht van Alphen aan den Rijn. Het groen van de polder wordt visueel doorgetrokken in de bebouwing door elk appartement een eigen (terras)tuin te geven. De geschakelde villa’s zijn gevarieerd gepositioneerd en aan de hand van koperwensen op maat gemaakt.
Midden in de Vijfhoek, een pittoreske buurt in de binnenstad van Haarlem, ligt een groot pand dat in 1908 werd opgericht door de firma Waaning als fabriek voor Haarlemmer Olie. Inmiddels heeft het pand de status van gemeentelijk monument. Het deel aan de Doelstraat had een representatieve functie. In rijk geornamenteerde kantoorvertrekken werd het bezoek ontvangen dat overtuigd moest raken van de goede eigenschappen van deze wonderolie. Het achterste deel bestond uit magazijn en personeelsvertrekken, en grenst aan een binnenplaats met kokerij. Enkele dagen in het jaar werd hier het zwavelrijke goedje gebrouwen.
Sinds de jaren ’80 is het gebouw in gebruik als woonhuis. De scheiding tussen voor- en achterhuis is doorbroken, maar de sfeer van vroeger is nog goed te herkennen. De nieuwe eigenaar vroeg ons een plan te maken om het gehele pand klaar te maken voor een nieuwe eeuw: energiezuinig, comfortabel, en gericht op het plezier van het wonen, zowel aan de binnentuin als aan de straat. De garagedeuren die afgetimmerd waren vervangen we door royaal beglaasde vouwdeuren. Met vlasisolatie wordt het gebouw van binnen ingepakt. Beglazing wordt vervangen, het dak van buiten geïsoleerd. Warmtepompen en zonnepanelen voorzien in een duurzame energieopwekking. In nauw overleg met Erfgoed blijven karakteristieke elementen behouden. En beginnen de nieuwe bewoners weer een volgend hoofdstuk in de rijke geschiedenis van dit gebouw.
In nauwe samenwerking met restauratie-aannemer Burgy, EPOS advies en energieadviesburo Kroon werd een plan van aanpak opgesteld. Februari 2024 is de bouw gestart.
Midden in het Houtkwartier, een bestaande en geliefde woonwijk aan de noordkant van Leiden en grenzend aan stadspark de Leidse Hout, is onlangs Park Dieperhout gerealiseerd.
Park Dieperhout omvat 48 eengezinswoningen en een kleinschalig appartementengebouw. In het appartementengebouw bevinden zich 12 appartementen verdeeld over vier lagen, een gezondheidscentrum op de onderste 2 lagen en een ondergrondse parkeergarage. De woningen worden gebouwd door Smits Bouwbedrijf en zijn in de tweede helft van 2018 opgeleverd.
Villa Meijendel ligt in het gelijknamige natuurgebied in Wassenaar, daar waar een dicht naaldbos verandert in een open duinvallei. Het huis heeft een monoliet onafgewerkt betonskelet en ligt voor een belangrijk deel verzonken in de duinen. Vorm en materiaalkeuze zijn afgestemd op het ongerepte omringende landschap. Glasopeningen en split-levels binnenin het huis verbinden de ruimtes op verschillende manieren met de bomen, het licht en de duinen. Op elk punt van de woning kan van het natuurgebied worden genoten.
Het huis is aan de buitenkant volledig bekleed met zwarte houten delen. Het hout is bewerkt volgens een Japanse brandmethode, een duurzame manier om hout te conserveren. Het zwarte oppervlak lijkt telkens te veranderen door het licht. Soms valt het huis weg ten opzichte van de donkere bosrand, soms schittert het in de zon vanwege het glinsterende verkoolde hout, en dan weer vormt het een achtergrond voor het schaduwspel van boomstammen en takken. Het huis is gecamoufleerd en valt tegelijkertijd op.
De entree van de villa ligt op het middenniveau, waar een kantoorruimte en twee slaapruimten gesitueerd zijn. Daarboven is de woonruimte met keuken. Een kamerhoog hoekraam in de woonkamer biedt uitzicht op de uitgestrekte duinvallei aan de voorkant. Door een laag raam is echter ook het naaldbos aan de achterkant van het huis te zien. Aan de andere kant bevindt zich de open keuken met glasdeuren naar het terras. Beneden, aan de tuinzijde, zijn de hoofdslaapkamer, badkamer en gym. Een set-back en een afwisseling van gebrand hout en openingen in de gevel creёren hier een bufferzone die voor beschutting zorgt. Door de openingen tussen de donkere stammen zijn het zwembad en de dichte bosrand te zien. Het laagste niveau bestaat uit een garage en technische ruimte.
Alle toegepaste materialen zijn ongepolijst en tonen hun stoffelijkheid: beton, staal, hout, gebrand hout en geanodiseerd aluminium. Zowel het gebrande hout aan de buitenkant, als het hout dat in het interieur is gebruikt, is Douglas-Fir, een naaldhoutsoort die groeit in de kustregio.
West 8, Adriaan Geuze, heeft het tuinontwerp verzorgd.
Villa Meijendel is genomineerd voor het BNA gebouw 2017 (categorie Particuliere woonbeleving), RAP architectuurprijs 2017 en Reynaers Projectprijs 2017.
Fotografie: Christian van der Kooy Fotografie
Stedenbouwkundige en architectonische inpassing “Vomar locatie", hoek Abraham van Rooijenstraat en Maarten Kruytstraat te Noordwijk
Stedenbouwkundig waren de contouren en de hoogte van het bouwplan bepaald door de gemeente Noordwijk. Met het plan worden de Abraham van Rooijenstraat en Maarten Kruytstraat duidelijk gedefinieerd, aansluitend op de bestaande straatprofielen. Ook de Gasthuissteeg krijgt met dit bouwplan een duidelijke begrenzing.
De hoofdmassa kent een tussenschaal tussen twee werelden die in de omgeving aanwezig zijn. Aan de ene kant is er de kleinschalige dorpsbebouwing van de Hoofdstraat en aan de andere kant de grootschalige hotelbebouwing. De massa van het nieuw te bouwen bouwblok is 3 lagen hoog plus een kapverdieping. Het wordt geleed in een aantal volumes, waarmee de schaal van het bouwblok verzacht wordt. Door verschillende kleuren metselwerk en dakbeëindigingen worden deze volumes verzelfstandigd. Met een spel van ritme van balkons, ramen, banden, daklijsten en een groen-koperkleurig dak voegt het gebouw zich goed in de badplaatsarchitectuur van de omgeving. De massa aan de Gasthuissteeg is 2 lagen hoog en heeft een groene gevel. Aan de noordzijde van het plan wordt de bestaande brandgang dichtgezet en sluit de bebouwing direct op het naastliggend perceel.
Het plan is vooral duurzaam te noemen vanwege het driedubbel grondgebruik. Het bouwblok kent een ondergrondse parkeergarage, een winkellaag op de begane grond met daarboven 42 woningen en een parkeerdek.
De Abraham van Rooijenstraat is een belangrijke ontsluitingsweg. Vandaar dat vooral functies als de inrit van de ondergrondse parkeergarage, de inrit van het parkeerdek op de 1e laag voor de woningen, en de entree van de expeditie hier gemaakt zijn. De Maarten Kruytstraat wordt meer verkeersluw. Hier komen de winkelfuncties te liggen, die via twee duidelijke entrees op de hoeken worden ontsloten. Vanuit de Hoofdstraat en vanuit de Grent zijn deze entrees duidelijk zichtbaar.
Aan de noordzijde bevindt zich de entree van de woningen. Het bestaande laad- en loshof waar zich ook andere woningontsluitingen bevinden krijgt hiermee een kwaliteitsimpuls. De galerijgevel, niet of nauwelijks zichtbaar vanaf de openbare ruimte is als een verandawereld bedacht. Het is een lichte wereld van geschilderd hout.
Rondom het bestaande winkelcentrum Geesterduin in Castricum worden meer dan 200 woningen gemaakt. Het winkelcentrum krijgt een nieuwe passage met een entree richting het dorp.
De ondergrondse parkeergarage aan de Garenmarkt in Leiden is in samenwerking tussen de gemeente Leiden, Dura Vermeer Besix en studio VVKH gerealiseerd.
De Garenmarkt was sinds jaar en dag een kaal parkeerplein zonder goede pleinwanden. Een aantal jaar geleden is door de gemeente een project opgestart om van de Garenmarkt een aantrekkelijke entree voor de binnenstad te maken, met moderne en comfortabele parkeervoorzieningen. Samen met diverse ontwikkelaars hebben we de mogelijkheden onderzocht voor de realisatie van een parkeergarage onder de Garenmarkt, al dan niet met bovengrondse bebouwing met woningen en winkels. Ook het belang van de evenementenfunctie van het plein is hierin meegenomen.
De Garenmarkt parkeergarage die begin 2020 is gerealiseerd heeft 5 parkeerlagen voor 425 auto’s en een bovengronds entreepaviljoen.
De positionering van het entreepaviljoen herstelt de historische contouren van de oorspronkelijke bebouwing en begrenst het plein. Het plein is door de gemeente Leiden ontworpen en ingericht als groen stadplein en kan worden gebruikt voor evenementen. De parkeergarage krijgt veel daglicht tot diep onder de grond en heeft open en heldere parkeervloeren, geavanceerde lichtlijnen en een kleurrijke, hoogwaardige afwerking. Op iedere verdieping is een kunstwerk, een grafische illustratie van Hakijk aangebracht, met voor Leiden kenmerkende thema’s, zoals Leidse straatjes, grachten en oevers, feesten en festivals en monumenten en musea. De parkeergarage en het plein zijn uitnodigend en werken letterlijk als een rode loper voor het bezoekend publiek. Parkeren is hier een deel van de beleving van een bezoek aan Leiden geworden.
Aan het begin van de Kruisweg markeert de woonwijk ‘het Gemaalhuis’ de entree van Hoofddorp.
In samenwerking met Timpaan, RROG Stedenbouw en Landschap en IBB is een woningbouwplan gerealiseerd op een plek waar in het verleden kantoren domineerden. De nieuwe woonwijk 'het Gemaalhuis' bevindt zich op loopafstand van het stadshart van Hoofddorp. De woningen zijn in 2020 opgeleverd. Het ontwerp voor 83 woningen zorgt voor een overgang tussen de dorpse lintbebouwing langs de Kruisweg en de grote, stadse schaal die Hoofddorp ambieert. De oorspronkelijke polderverkaveling loopt ter hoogte van de ontwerplocatie dwars op de richting van de rest van de Haarlemmermeer. In het ontwerp is hier een doorgang in het bouwblok gemaakt.
'Het Gemaalhuis' is een rustige woonhof zonder auto’s en een gedeeld gebruik van de openbare ruimte.
De architectuur van de nieuwe woonwijk is robuust en stenig en verwijst naar het verleden. Metselwerkverbanden en rijke detaillering verwijzen naar de stoomgemalen die aan de wieg van Hoofddorp hebben gestaan.De woningen lijken er al langer te staan zonder historiserend te zijn. Het woningaanbod is divers en herkenbaar: er zijn eengezinswoningen, verandawoningen, terraswoningen en appartementen. De appartementen zij als vrij indeelbare lofts ontworpen. De woningen vormen een buurtje op zichzelf.
Fotografie: Rob van Esch
Het plan “de Biezenhof” maakt deel uit van het woongebied Waterrijk Woerden en is gelegen in een van nature waterrijke streek. Het stedenbouwkundige plan van West 8 refereert naar de oud Hollandse watersteden zoals Delft en Leiden. De woningen zijn allemaal verschillend en hebben een specifieke relatie met het water.
De woningen van de Biezenhof zijn in twee delen opgesplitst: een deel met eengezinswoningen rond een binnenplaats, en een rij waterwoningen met appartementen. De kopers van de woningen konden kiezen tussen diverse woningtypes van 4 verschillende architecten. Geen woning is gelijk; veel woningen hebben een prachtig uitzicht op het water. De eengezinswoningen hebben een tuin en de kadewoningen zijn uitgerust met grote terrassen. Parkeren vindt beperkt plaats in de openbare ruimte, het merendeel van de parkeerplaatsen is ondergebracht in parkeergarages.
Een deel van de kadewoningen refereert met hun karakteristieke uitstekende daken aan de traditionele houten boothuizen in Nederland. Dit versterkt het wonen aan het water gevoel. De gevels aan de straatzijde zijn gemetseld en hebben, afhankelijk van de keuze van de bewoner, een meer open dan wel een meer gesloten karakter.
Middelsee is het uitbreidingsplan aan de zuidwestzijde van Leeuwarden, naar een stedenbouwkundig ontwerp van West 8. De Friese waterstad geldt als inspiratiebron. In opdracht van de kleinste woningbouwvereniging van Nederland hebben wij een plan gemaakt voor woningen rond twee groene hoven. Een kleinschalige gemeenschap met veel ruimte voor ontmoetingen, en een stoere waterkant met het appartementengebouw als blikvanger.
Met eenvoudige middelen wordt verschil gecreëerd, waardoor nooit meer dan 2 woningen hetzelfde zijn. De basis is steeds gelijk: een compacte plattegrond, lichtgevoegd rood metselwerk en kloeke witte kozijnen. Verschil maken we met een dakkapel of gemetselde dakopbouw, een dakranddetail, een verbijzondering rond de entree. Het huidige woningbezit van opdrachtgever in de binnenstad van Leeuwarden was tevens een inspiratiebron. Een karakteristieke volksbuurt met veel groen. In ons plan ontmoeten bewoners elkaar rond de privé stoepjes en tuinen met lage hagen, evenals de brede galerijen langs de houten gevel van het appartementengebouw. De gemeenschappelijke fietsenbergingen en deelauto’s dragen eveneens bij aan het gevoel van saamhorigheid.
De begraafplaats Rhijnhof in Leiden kampte al lange tijd met een tekort aan kantoorruimte. Tevens was er behoefte om het complex vanaf de weg herkenbaar te maken. Beide wensen zijn vertaald in een nieuw poortgebouw met klokkentoren en pergola. De entreepoort na de brug vormt de toegang naar de laatste rustplaats. Direct aansluitend zijn de kantoren en spreek-, ontvangstruimtes gesitueerd. De bezoeker kan hier via een computerscherm opzoeken wie op welke plek is begraven.
Het gebouw is opgetrokken uit geselecteerd Belgisch leisteen dat op voegloze wijze is verwerkt. Het erboven "zwevende" dak is van beton. Door het bestaande kantoordeel ook met leisteen af te werken is dit volledig in de nieuwbouw geïntegreerd. De nieuwe klokkentoren, waarin twee nog in depot liggende Leidse 17e-eeuwse klokken zijn opgehangen, markeert de bijzondere functie van het gebouw. Het poortgebouw vormt nu een karakteristieke scheiding tussen de buitenwereld en de ingetogen, groene, parkachtige beslotenheid van de begraafplaats van Leiden.
fotografie: Roos Aldershoff ©
In de jaren zestig gebouwde wijk “Meerwijk” in Schalkwijk is op de hoek van de Bernadottelaan en de Albert Schweizerlaan een nieuw wijkcentrum gerealiseerd. Dit centrum vormt een onderdeel van het stedenbouwkundig ontwerp dat in 2001 door ons bureau is gemaakt. Het gebouw met winkelruimtes, onder andere voor supermarkt de Vomar, een ondergrondse parkeergarage met 215 plaatsen en 74 appartementen is een van de deelplannen van het wijkcentrum. Het geheel heeft een modern, transparant en vriendelijk karakter en voegt zich goed in de wijk.
Het plezier van wonen: ‘MIJN STEK’ in Haarlem
De Amsterdamse buurt is van oorsprong een arbeidersbuurt, met lage bebouwing en een hoge woningdichtheid, gebouwd rond 1900. De mensen die hier wonen voelen zich verbonden met de omgeving. De woningen zijn destijds ontworpen in een eenvoudige, maar verzorgde rode baksteenarchitectuur in een herkenbare stijl. De wijk is door de jaren heen echter ingrijpend veranderd. De karakteristieke kleine woningen ondergingen een vernieuwingsslag; veel woningen werden daarbij uitgerust met (te) grote dakkapellen. Ook werd her en der vervangende nieuwbouw gerealiseerd, die veelal detoneert. De kenmerkende karakteristieken van de Amsterdamse buurt werden bij elke ingreep minder zichtbaar.
De nieuwbouw van ‘MIJN STEK’ vormt een ensemble met de oorspronkelijke bebouwing. Het project staat in de traditie van het werk van de Haarlemse architect van Loghem, met zijn ritmiek, gebruik van baksteen en detaillering. Met dit plan heeft de wijk een hart gekregen, dat vernieuwend en tegelijkertijd vertrouwd aanvoelt.
Na sloop van 29 eengezinswoningen zijn aan het Drilsmaplein en de Dr. Schaepmanstraat 40 nieuwe huurwoningen (‘MIJN STEK’) teruggekomen; 2 kleinschalige appartementengebouwen met 30 appartementen (zowel vrije sector als sociale huur) en 10 eengezinswoningen (vrije sector). De nieuwbouwplannen zijn in opdracht van woningcorporatie Elan Wonen gerealiseerd. De woningen zijn zorgvuldig ingepast in het bestaande stedelijk weefsel. De grootste ingreep waren de relatief omvangrijke appartementengebouwen, die dankzij een setback op de 2e verdieping goed aansluiten op de bestaande bebouwing. Er is veel aandacht besteed aan het open en levendig maken van de begane grond verdieping. Men woont aan de straat. Met omvangrijke balkons en ramen die als grote ogen op het Drilsmaplein kijken en de verzorgde baksteenarchitectuur wordt de centrale functie van het plein versterkt. De appartementen zijn levensloopbestendig ontworpen.
De eengezinswoningen zijn volgens de ‘spaarhuis’ methode van Slokker Innovate gebouwd.
MIJN STEK was 1 van de 10 genomineerde projecten voor de Lieven de Keypenning 2017.
Ruim 300 gelijkvormige portieketageflats hebben plaats gemaakt voor 315 levensloopbestendige woningen, variërend van eengezinswoningen tot appartementen in een toren van 14 lagen. In het wooncomplex zijn verspreid over alle drie de woonblokken diverse zorg- en maatschappelijke voorzieningen opgenomen. Zo zijn er onder andere een fietsenwerkplaats en horeca bemand door werknemers met een verstandelijke beperking. Daarnaast zijn er zorgwoningen voor ouderen en verstandelijk en lichamelijk gehandicapten. De zorgwoningen worden door verschillende zorginstellingen aangeboden. Deze ondersteunen de bewoners en hebben tevens het beheer over de maatschappelijke voorzieningen.
Bewoners parkeren onder de binnentuinen van de gesloten bouwblokken in twee parkeergarages. Geluidwerende maatregelen in de woningen langs het spoor en de uitvalswegen beperken de overlast van verkeer. Richting de straat en het spoor zijn er met de toegepaste woningtypologieën alleen maar voorkanten.
De locatie Oeverpolder ligt in het centrale deel van de Hoornespolder, een jaren zestig wederopbouwwijk in Katwijk.
In het ontwerp voor deze nieuwbouwlocatie is gekozen voor een U-vormige hofbebouwing, die qua architectuur en korrelgrootte aansluit op de bestaande bebouwing. De overgang tussen het woongebouw en de openbare ruimte is zorgvuldig vormgegeven. De woningen zijn alzijdig ontworpen, er bevinden zich geen garages, bergingen en blinde gevels aan de openbare ruimte. De bebouwing heeft tegelijkertijd een nieuw en eigen karakter maar voegt zich ook goed in de wijk.
In het appartementengebouw Oeverpolder bevinden zicht 52 sociale huurappartementen van 53-88 m2.
Het in opdracht van Dunavie ontworpen gebouw telt aan de Hoorneslaan vier bouwlagen, de twee andere zijden zijn drie lagen hoog. De woningen worden alle ontsloten via (verbrede) galerijen in het hof, parkeren vindt plaats in het hof en deels op openbaar terrein, op straat. Vanwege de schuine begrenzing van het kavel aan de Hoorneslaan heeft het gebouw hier karakteristieke verspringingen in de gevel gekregen.
De woningen zijn duurzaam en aardgasloos. Op het gezamelijke dak zijn voor de afzonderlijke woningen ieder 6 zonnepanelen geplaatst. Een warmtepomp verwarmt de woningen in de winter en verkoelt deze in de zomer. De omgeving is door de gemeente vergroend. Op het terrein zelf is een wadi voorzien, een aangelegde waterbering die regenwater opvangt.
Tijdens de officiële opening kreeg het appartementengebouw de naam Oeverhof toegewezen.
De 173 "verandawoningen", zoals het project in het deelplan de Erven binnen ons bureau wordt genoemd, zijn eigentijds, maar hebben een uitstraling die vergelijkbaar is met woningen uit de jaren dertig. De veranda's aan de straatzijde verwijzen met een knipoog naar het verleden. Verhoudingen, detaillering en materiaalgebruik zorgen voor een harmonieus geheel. Ondanks het aantal, zijn de woningen telbaar en herkenbaar. De wisseling in ritme en gebruik van deuren, ramen, kolommen, dakkapellen en diverse dakvormen geven de woningblokken een aangename schaal. Het metselwerk met verschillende steenverbanden, stenen tuinmuren, uniforme dakpannen en een doorgaande (veranda/dak) lijst zorgen voor continuïteit en smeden de blokken tot één harmonieus geheel. De parkeerhoven aan de tuinzijde hebben een informeel en groen karakter. Dit is niet alleen het terrein voor de bewoners en bezoekers om de auto te parkeren, maar is tevens geliefd bij de kinderen als speelgebied. De meeste levendigheid vindt dan ook plaats aan de achterzijde van de woningen, aan de straat/verandazijde heerst een oase van rust.
fotografie: Roos Aldershoff ©
VVKH heeft in opdracht van Hoorne Vastgoed gewerkt aan de ontwikkelvisie voor woningen boven op het bestaande winkelcentrum gelegen in het midden van Castricum.
Het naar binnen gekeerde winkelcentrum uit de jaren ‘70 is één laag hoog met parkeren op maaiveld eromheen. De bevoorrading van de winkels is aan de buitenkant waardoor er veel onaantrekkelijke achterkanten zijn. Er is weinig verbinding met de woonwijken die om het winkelcentrum heen zijn gegroeid.
Door het toevoegen van woningen in het plan wordt er weer aansluiting gemaakt met de omgeving. Een deel van de woningen zal boven op de winkels worden gepositioneerd en een deel van de woningen heeft de voordeur aan de straat. Door deze nieuwe voorkanten wordt de sociale veiligheid vergroot en de logistiek verdwijnt uit het zicht.
Het winkelcentrum wordt goed zichtbaar met een nieuwe entree naar de Soomerwegh, de toegangsweg naar het dorp. Er wordt hier een nieuw plein toegevoegd waar het goed vertoeven is. Door de entreegebieden van het winkelcentrum in te richten als nieuwe pleinen wordt de verbinding met de omgeving versterkt.
De stenige omgeving van Geesterduin wordt groener. Het plan wordt natuurinclusief, biedt ruimte aan flora en fauna door het toevoegen van daktuinen, verticaal groen en de groene inrichting van de pleinen.
Het gehele plan wordt verduurzaamd met als uitgangspunt het handhaven van het bestaande winkelcentrum.
De gemeente Leiden heeft in de zomer van 2024 een ideeënprijsvraag uitgeschreven voor de Tweede Groene Ring. Na het succes van het Singelpark rond de binnenstad is het idee ontstaan de parken en waterwegen aan de rand van de stad aaneen te smeden tot een geheel. Een groenblauwe ring waar de bewoner van de dichtbebouwde stad kan recreëren, sporten, natuur beleven en elkaar ontmoeten. Studio VVKH heeft samen met partners op het gebied van landschap, waterbeheer, ecologie en industrieel ontwerp een visie ingeleverd onder de noemer ‘het Leidse Lint’. Met deze visie behoorden we tot de 3 finalisten die in maart dit jaar hun plan aan een brede jury mochten presenteren. Ook de inwoners konden kennis nemen van het plan en hun mening geven.
Onze inzending eindigde op een tweede plek. Winnaar is het plan Panoramapark van bureau Polyfern. We zijn trots op het behaalde resultaat en hebben met heel veel plezier aan onze ideeën voor de stad gewerkt. De betekenis van de buitenruimte voor mens, plant en dier zal in de toekomst steeds meer op de voorgrond staan, in ontwerpen op alle schaalniveaus.
Hier kunt u de panelen van 'het Leidse Lint' downloaden.
Het ontwerpteam bestond naast VVKH uit Jan Maurits van Linge (landschapsbureau Xi-ontwerp), Simon Akaya (npk design), Yasmin Stip (Stip werkt), Harma van der Meer (TU Delft) en Ada Jaśkowiec.
Op de kop van het Plantsoen in Leiden is in een gemeentelijk monument een complex van zes appartementen gerealiseerd.
Komend vanuit de oostelijke richting vormt deze locatie een opvallende entree van de binnenstad. De appartementen van circa 150 m2 zijn van alle luxe en comfort voorzien, zoals een eigen inpandige garage, ruime dakterrassen en een lift, terwijl de historische aanblik en waarde van de gebouwen behouden zijn gebleven. Bij de herontwikkeling is eveneens ingezet op duurzaamheid; energielabel A. Buitengevel, raampartijen en dak zijn aanvullend geïsoleerd. De woningen hebben vloerverwarming en op het dak zijn zonnepanelen voorzien.
Het gemeentelijk monument aan het Plantsoen 1-3 is verdeeld over drie bouwlagen en een kelder. Het pand op nummer 1 was oorspronkelijk een vrijstaand huis, nummer 3 maakte onderdeel uit van een blok van 3 huizen. Beide gebouwen dateren uit 1875 en zijn in 1957 met elkaar verbonden (1a) en omgebouwd tot één groot verpleeghuis. Bij deze functiewijziging zijn de oorspronkelijke kwaliteiten grotendeels verloren gegaan. De ronde aanbouw bij nummer 1 dateert van 1993.
In de nieuwe opzet met 6 appartementen zijn de monumenten door restauratieaannemer Burgy uit Leiden in oude luister hersteld.
De gevel van het tussenliggende gebouw is vernieuwd en qua uitstraling in lijn gebracht met de monumenten. De bestaande gevel van de ronde aanbouw is afgewerkt met een bronskleurige gevelbeplating, een ‘voile’ met een bladermotief. Dit patroon is geïnspireerd op de bladermotieven en decoraties uit de 19e eeuw, die nog op diverse plaatsen langs het Plantsoen te vinden zijn. De ronding met ‘voile’ is een bijzonder herkenningspunt in de binnenstad.
Elk appartement heeft zowel ruimtes in het monumentale deel als in de vernieuwde delen. Het interieur van de monumentale bouwdelen is van passende details voorzien om het historische karakter zoveel mogelijk terug te brengen. Dit specifieke onderdeel is door Verlaan & Bouwstra architecten uit Vianen verzorgd.
Inpandig hadden de kopers veel keuzevrijheid; zowel een nog rijkere aankleding met bijvoorbeeld wandbespanning, lambrisering en en-suite indeling als een strakke, moderne afwerking en indeling was mogelijk. Elk appartement is uniek, heeft een eigen indeling en eigen karakter. Alleen het uitzicht is voor alle appartementen gelijk; ze kijken alle uit op het prachtige monumentale stadspark het Plantsoen aan de Singel.
In juli 2018 zijn de appartementen opgeleverd.
De ‘Villa van Bergenlaan’ ligt in Rijksdorp te Wassenaar, aan de rand van een Natura 2000 gebied.
Gesitueerd op een duinrand kijkt het uit over natuurgebied Lentevreugd. Het is een ingetogen villa die voor een deel in het duin ingegraven is en zo onderdeel wordt van het landschap. Energie voor het huis wordt opgewekt door de zon en de lucht. Omdat de villa voor een deel ondergronds ligt is er een hybride constructie van beton en hout gemaakt. De materialen, zoals inlands eiken, Fraké, beton en geanodiseerd aluminium tonen hun ware aard; het materiaal wordt niet verhuld en krijgt soms een bijzondere bewerking, zoals de houten lattenstructuur in het beton. De buitengevel is één à twee verdiepingen hoog en in hout uitgevoerd, met verholen kozijnen.
Kenmerkend is de beleving van licht, ruimte, materialiteit en verbondenheid met de omgeving. De villa is opgebouwd als een sequentie van separaat te onderscheiden ruimten, een “Raumplan”.



