Ondergrondse parkeergarage Garenmarkt, Leiden

De ondergrondse parkeergarage aan de Garenmarkt in Leiden is in samenwerking tussen de gemeente Leiden, Dura Vermeer Besix en studio VVKH gerealiseerd. 
De Garenmarkt was sinds jaar en dag een kaal parkeerplein zonder goede pleinwanden. Een aantal jaar geleden is door de gemeente een project opgestart om van de Garenmarkt een aantrekkelijke entree voor de binnenstad te maken, met moderne en comfortabele parkeervoorzieningen. Samen met diverse ontwikkelaars hebben we de mogelijkheden onderzocht voor de realisatie van een parkeergarage onder de Garenmarkt, al dan niet met bovengrondse bebouwing met woningen en winkels. Ook het belang van de evenementenfunctie van het plein is hierin meegenomen.

De Garenmarkt parkeergarage die begin 2020 is gerealiseerd heeft 5 parkeerlagen voor 425 auto’s en een bovengronds entreepaviljoen. 
De positionering van het entreepaviljoen herstelt de historische contouren van de oorspronkelijke bebouwing en begrenst het plein. Het plein is door de gemeente Leiden ontworpen en ingericht als groen stadplein en kan worden gebruikt voor evenementen. De parkeergarage krijgt veel daglicht tot diep onder de grond en heeft open en heldere parkeervloeren, geavanceerde lichtlijnen en een kleurrijke, hoogwaardige afwerking. Op iedere verdieping is een kunstwerk, een grafische illustratie van Hakijk aangebracht, met voor Leiden kenmerkende thema’s, zoals Leidse straatjes, grachten en oevers, feesten en festivals en monumenten en musea. De parkeergarage en het plein zijn uitnodigend en werken letterlijk als een rode loper voor het bezoekend publiek. Parkeren is hier een deel van de beleving van een bezoek aan Leiden geworden. 

Status gerealiseerd februari 2020
Architecten Ronald Knappers, Thomas Gillet
Opdrachtgever(s) Dura Vermeer Besix
Gerelateerd

Ten westen van Utrecht ligt de grootste nieuwbouwwijk van Nederland: Leidsche Rijn. Hier wonen en werken bijna 80.000 mensen. De snelweg A2 loopt door die grote uitbreiding van Utrecht als het ware dwars door de stad heen. In een flauwe bocht in de A2, ter plaatse van Lage Weide ligt "the Wall", een 800 m lang en 60 m breed gebouw. The Wall is een geluidscherm en multifunctioneel gebouw ineen. Het gebouw wordt vanaf de A2 bij 100 km per uur in 28 seconden voorbij gereden. Op dit fenomeen is het ontwerp gemaakt. De rode hoofdmassa verandert langzaam van vorm waardoor hij bij het voorbijgaan fluide lijkt te worden. De langzaam vloeiende lijnen bevinden zich ook aan de ingangszijde van het winkelcomplex, de Leidsche Rijn zijde. Beide zijden lopen in elkaar over ter plaatse van de kop en de staart. De kop kraagt 16 m uit en bevindt zich ter plaatse van de op- en afrit van de snelweg. Aan de Leidsche Rijn zijde bevinden zich vier grote entrees. In deze gevel zijn eveneens de hellingbanen naar het parkeerdek gesitueerd.Vanaf het parkeerdek zijn stijg- en daalpunten opgenomen die de bezoekers naar de winkels brengen. Achter de winkels is een aparte expeditiestraat waar het publiek geen toegang tot heeft.

 

 

De brandweerkazerne in Zaanstad is gelegen aan een van de hoofdinvalswegen van de gemeente en doet dienst als hoofdkazerne voor de regio Zaanstreek en Waterland. Naast een uitrukpost voor acht brandweerauto's zijn in het gebouw kantoren, werkplaatsen en een alarmcentrale ondergebracht. Tevens bevindt zich in het gebouw een oefencentrum waarin de vrijwilligers van de brandweer kunnen trainen. Het oefencentrum is voorzien van een inzetgebouw, waarin grote branden kunnen worden gestookt. De meldkamer is, als een uitkijkpost, op de bovenste verdieping gesitueerd.

Uitgangspunten bij de ontwerpopgave zijn geweest een kwalitatief hoogwaardig beeldniveau van de nieuwbouw op een markante zichtlocatie, passend in de bestaande omgeving en een samenhangend geheel in ruimtelijke opzet van de diverse functies.

Het gebouw is in 2007 in gebruik genomen.

In 2014 is in het kader van de Herijkingsagenda van de TU Delft de huisvesting voor het TU Delft Process Technology Institute gerealiseerd. In deze nieuwe organisatie zijn diverse leerstoelen binnen de afdelingen van zowel de faculteit 3mE als de faculteit TNW ondergebracht.  De huisvesting is gerealiseerd binnen de bestaande hal 3 van de faculteit 3mE, een grote industriële hal met sheddaken, en in de aangrenzende kantoorvleugel en een recente uitbreiding aan de Leeghwaterstraat. De totale herinrichting beslaat ca. 3600 m2; circa 2.800 m2 labruimtes, 400 m2 kantoor- en vergaderruimtes, 120 m2 studie- en onderwijsruimtes, en 280 m2 algemene voorzieningen.

In de nieuwe huisvesting profileert het TU Delft Process Technology Institute zich op het gebied van 3 toepassingsgebieden rondom procestechnologie en stromingsleer. Het onderzoek binnen deze gebieden heeft veelal een duurzame kant: het gaat bijvoorbeeld om energiezuinige productieprocessen, afvalverwerking, waterzuivering, en alternatieven voor schaarse grondstoffen. Onderwerpen die niet alleen belangrijk zijn voor de industrie, maar voor de hele samenleving. In de loop der jaren had de organisatie op verschillende plekken binnen de TU een scala aan proefopstellingen verzameld, waarvan eerst uitgezocht moest worden welke nog relevant, toekomstbestendig, veelbelovend, of vergeten en mislukt waren. Een bijzonder complexe puzzel, waarbij de nieuwe huisvesting ook nog eens ruimte moet bieden voor de experimenten van de toekomst. Met een heldere organisatie van ruimtes en installatietechniek, met oog voor brandveiligheid, en met veel geduld is de hele operatie tot een succes gebracht.  De nieuwe huisvesting bevordert de samenwerking tussen de betrokken afdelingen, en zorgt ervoor dat het onderzoek ook zichtbaar is voor de hele gemeenschap. De verschillende afdelingen maken gebruik van gedeelde onderzoeksfaciliteiten, een gemeenschappelijk macrolab, waar grote proefopstellingen kunnen worden gebouwd, om de haalbaarheid van industriële toepassingen te testen. Kantoor- en vergaderruimtes zijn geclusterd in de aangrenzende vleugels, die een directe relatie hebben met de onderzoeksruimte. Hier hebben de afdelingen hun eigen werkplekconcept gerealiseerd. Ook is er een aantal studentenwerkplekken gecreëerd binnen de labomgeving, het zogeheten ‘kraaiennest’.

De bouwkundige ingrepen zijn ruim binnen het gestelde budget gerealiseerd. De bijzondere ruimtelijkheid van de oorspronkelijke industriehal geeft het plan extra waarde. Bij verbouwingen binnen een bestaand complex blijkt de impact van het aanpassen van de installaties niet te onderschatten, zowel ruimtelijk als financieel. Dat geldt zeker voor een labomgeving als deze. Veel aandacht is daarom uitgegaan naar het integreren van de installaties in het bouwkundig ontwerp.

Het instituut heeft met de nieuwe huisvesting een herkenbare, transparante en bovenal doelmatige leer- en werkomgeving gekregen. Het gebouw draagt bij aan de aantrekkingskracht van het instituut op studenten. In het nieuwe instituut werken ca. 80 medewerkers en 35 studenten. Daarnaast zijn ca. 100 PhD studenten werkzaam binnen het instituut. 

In de jaren zestig gebouwde wijk “Meerwijk” in Schalkwijk is op de hoek van de Bernadottelaan en de Albert Schweizerlaan een nieuw wijkcentrum gerealiseerd. Dit centrum vormt een onderdeel van het stedenbouwkundig ontwerp dat in 2001 door ons bureau is gemaakt. Het gebouw met winkelruimtes, onder andere voor supermarkt de Vomar, een ondergrondse parkeergarage met 215 plaatsen en 74 appartementen is een van de deelplannen van het wijkcentrum. Het geheel heeft een modern, transparant en vriendelijk karakter en voegt zich goed in de wijk.