Ruim 300 gelijkvormige portieketageflats hebben plaats gemaakt voor 315 levensloopbestendige woningen, variërend van eengezinswoningen tot appartementen in een toren van 14 lagen. In het wooncomplex zijn verspreid over alle drie de woonblokken diverse zorg- en maatschappelijke voorzieningen opgenomen. Zo zijn er onder andere een fietsenwerkplaats en horeca bemand door werknemers met een verstandelijke beperking. Daarnaast zijn er zorgwoningen voor ouderen en verstandelijk en lichamelijk gehandicapten. De zorgwoningen worden door verschillende zorginstellingen aangeboden. Deze ondersteunen de bewoners en hebben tevens het beheer over de maatschappelijke voorzieningen.
Bewoners parkeren onder de binnentuinen van de gesloten bouwblokken in twee parkeergarages. Geluidwerende maatregelen in de woningen langs het spoor en de uitvalswegen beperken de overlast van verkeer. Richting de straat en het spoor zijn er met de toegepaste woningtypologieën alleen maar voorkanten.
De gemeente Leiden heeft in de zomer van 2024 een ideeënprijsvraag uitgeschreven voor de Tweede Groene Ring. Na het succes van het Singelpark rond de binnenstad is het idee ontstaan de parken en waterwegen aan de rand van de stad aaneen te smeden tot een geheel. Een groenblauwe ring waar de bewoner van de dichtbebouwde stad kan recreëren, sporten, natuur beleven en elkaar ontmoeten. Studio VVKH heeft samen met partners op het gebied van landschap, waterbeheer, ecologie en industrieel ontwerp een visie ingeleverd onder de noemer ‘het Leidse Lint’. Met deze visie behoorden we tot de 3 finalisten die in maart dit jaar hun plan aan een brede jury mochten presenteren. Ook de inwoners konden kennis nemen van het plan en hun mening geven.
Onze inzending eindigde op een tweede plek. Winnaar is het plan Panoramapark van bureau Polyfern. We zijn trots op het behaalde resultaat en hebben met heel veel plezier aan onze ideeën voor de stad gewerkt. De betekenis van de buitenruimte voor mens, plant en dier zal in de toekomst steeds meer op de voorgrond staan, in ontwerpen op alle schaalniveaus.
Hier kunt u de panelen van 'het Leidse Lint' downloaden.
Het ontwerpteam bestond naast VVKH uit Jan Maurits van Linge (landschapsbureau Xi-ontwerp), Simon Akaya (npk design), Yasmin Stip (Stip werkt), Harma van der Meer (TU Delft) en Ada Jaśkowiec.
Het Anatomiegebouw in het Bio Science Park te Leiden was tot begin deze eeuw in gebruik door de Faculteit Geneeskunde van de Universiteit Leiden. Bij de herontwikkeling als Campus Boerhaave blijft het groene en monumentale karakter van het gebied behouden en krijgt het een woonbestemming. In opdracht van de Stichting Boerhaave is het gebouw geschikt gemaakt voor bewoning ten behoeve van internationale promovendi en onderzoekers. Dankzij de hoge ruimtes in het monumentale pand was het mogelijk een insteekverdieping in de wooneenheden te maken en is op deze wijze meer leefruimte gecreëerd. Door het maaiveld rondom te verlagen en van een natuurstenen plint te voorzien is ook in het souterrain een volwaardige woonverdieping gerealiseerd. De 92 wooneenheden variëren in typologie en grootte. Er zijn 1-, 2- en 3-kamer appartementen van 24 - 74 m2 woonoppervlak. Ieder appartement heeft eigen sanitaire voorzieningen en een kitchenette. Verschillende ruimtes in het gebouw zijn voor gemeenschappelijk gebruik, zoals een fietsenstalling, wasruimtes en een ontmoetingsruimte.
Naast het bestaande gebouw is een nieuwe toren gebouwd (ontwerp Mecanoo architecten) met 74 appartementen. Het gehele complex is september 2015 in gebruik genomen.
Midden in de Vijfhoek, een pittoreske buurt in de binnenstad van Haarlem, ligt een groot pand dat in 1908 werd opgericht door de firma Waaning als fabriek voor Haarlemmer Olie. Inmiddels heeft het pand de status van gemeentelijk monument. Het deel aan de Doelstraat had een representatieve functie. In rijk geornamenteerde kantoorvertrekken werd het bezoek ontvangen dat overtuigd moest raken van de goede eigenschappen van deze wonderolie. Het achterste deel bestond uit magazijn en personeelsvertrekken, en grenst aan een binnenplaats met kokerij. Enkele dagen in het jaar werd hier het zwavelrijke goedje gebrouwen.
Sinds de jaren ’80 is het gebouw in gebruik als woonhuis. De scheiding tussen voor- en achterhuis is doorbroken, maar de sfeer van vroeger is nog goed te herkennen. De nieuwe eigenaar vroeg ons een plan te maken om het gehele pand klaar te maken voor een nieuwe eeuw: energiezuinig, comfortabel, en gericht op het plezier van het wonen, zowel aan de binnentuin als aan de straat. De garagedeuren die afgetimmerd waren vervangen we door royaal beglaasde vouwdeuren. Met vlasisolatie wordt het gebouw van binnen ingepakt. Beglazing wordt vervangen, het dak van buiten geïsoleerd. Warmtepompen en zonnepanelen voorzien in een duurzame energieopwekking. In nauw overleg met Erfgoed blijven karakteristieke elementen behouden. En beginnen de nieuwe bewoners weer een volgend hoofdstuk in de rijke geschiedenis van dit gebouw.
In nauwe samenwerking met restauratie-aannemer Burgy, EPOS advies en energieadviesburo Kroon werd een plan van aanpak opgesteld. Februari 2024 is de bouw gestart.
Het plan “de Biezenhof” maakt deel uit van het woongebied Waterrijk Woerden en is gelegen in een van nature waterrijke streek. Het stedenbouwkundige plan van West 8 refereert naar de oud Hollandse watersteden zoals Delft en Leiden. De woningen zijn allemaal verschillend en hebben een specifieke relatie met het water.
De woningen van de Biezenhof zijn in twee delen opgesplitst: een deel met eengezinswoningen rond een binnenplaats, en een rij waterwoningen met appartementen. De kopers van de woningen konden kiezen tussen diverse woningtypes van 4 verschillende architecten. Geen woning is gelijk; veel woningen hebben een prachtig uitzicht op het water. De eengezinswoningen hebben een tuin en de kadewoningen zijn uitgerust met grote terrassen. Parkeren vindt beperkt plaats in de openbare ruimte, het merendeel van de parkeerplaatsen is ondergebracht in parkeergarages.
Een deel van de kadewoningen refereert met hun karakteristieke uitstekende daken aan de traditionele houten boothuizen in Nederland. Dit versterkt het wonen aan het water gevoel. De gevels aan de straatzijde zijn gemetseld en hebben, afhankelijk van de keuze van de bewoner, een meer open dan wel een meer gesloten karakter.
Een bestaand kantoorgebouw uit begin jaren ’90 is geschikt gemaakt voor de huisvesting van Hecht, het samenwerkingsverband van de gezondheidsorganisaties in de Leidse regio. In een recordtijd van een jaar is het gehele interieur van het pand dat reeds in handen was van de GGD getransformeerd. Na afweging van een aantal scenario’s bleek hergebruik van het bestaande veruit de voordeligste en meest duurzame optie. Van een hokkerig cellenkantoor en een benauwde publieksruimte is het nu een open werklandschap met flexibele werkplekken, en een uitnodigende entree. Daarmee past het weer bij de hedendaagse manier van werken van de organisatie. Medewerkers die nauw betrokken waren bij de plannen voor de herinrichting van het pand waren aangenaam verrast met het resultaat.
Interieurelementen zoals kastenwanden met akoestische panelen zijn meegenomen in het ontwerp. Het vele hout en de natuurprint op de vloer geven het een aangename en herkenbare uitstraling. Met het vernieuwen van de installaties is ook het binnenklimaat verbeterd en verduurzaamd. Hecht is klaar voor de toekomst.
Installatieadvies: Huisman en van Muijen, 's Hertogenbosch
De nieuwe faculteit van de Technische Universiteit Delft "OCP" herbergt de studierichtingen Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Industrieel Ontwerpen. Terwijl de genoemde afdelingen in gebruik bleven, moest een intensieve verbouwing worden doorgevoerd om te komen tot een hedendaags, logisch en efficiënt functionerend universiteitsgebouw. Essentieel onderdeel van deze opgave was het realiseren van een herkenbaar eigen gebouw voor de faculteit "Industrieel Ontwerpen" op de bestaande locatie, met een positieve uitstraling naar de TU-wijk. Het interieur was integraal onderdeel van het ontwerp. Een zebrapad voert dwars door de inspirerende hal van de entreebalie naar het hoofdtrappenhuis.
Het project is uitgevoerd in samenwerking met LIAG architekten en bouwadviseurs.
Binnen de faculteit Mechanical Engineering (ME) op de TU Campus hebben we de afgelopen jaren diverse verbouwingen doorgevoerd. Kantoorruimtes maakten plaats voor instructiezalen, open werkplaatsen werden gesloten, labruimtes en ondergestofte hallen transformeerden in frisse studieruimtes. Het zijn de veranderopgaves van deze tijd. Flexwerken heeft zijn intrede gedaan, waardoor er meer mensen op minder m2 kunnen werken. Proefopstellingen bestaan steeds minder uit grote apparaten maar maken gebruik van slimme computers en donkere laserlabs. Studenten brengen steeds meer tijd door op de faculteit zelf, en worden intensief begeleid, waardoor er grote behoefte is aan meer studieplekken en instructieruimtes. En dan ligt er ook nog een verduurzamingsopgave van gebouw en installaties.
Het gebouwencomplex uit de jaren ’60 heeft deels een monumentale status, dus is de opgave ook om bij al deze veranderingen het karakter van het gebouw recht te blijven doen. Eenvoudige organisatorische principes helpen om de helderheid van het gebouw te versterken. Stapeling van functies maakt dat een industriehal met sheddaken enerzijds de gewenste nieuwe labfuncties als Clean room en Drone lab kan huisvesten, maar ook een prachtige studieruimte met rijk daglicht oplevert.
In een ander bouwdeel hebben we instructiezalen gerealiseerd met de mogelijkheid zowel frontaal als groepsgewijs les te geven, met bijpassende presentatiemogelijkheden. Veel aandacht gaat uit naar een goed klimaat en een rustige akoestiek. Op andere plekken wordt juist ruimte geboden aan een veelheid van nieuwe en bestaande proefopstellingen, die een uiting zijn van waar deze faculteit voor staat: altijd nieuwsgierig en op zoek naar wat de wereld draaiend houdt.
fotograaf: Lucas van der Wee
Huis van Hilde ligt aan de duinrand, op de toeristische route tussen station Castricum en de duinen. Het gebouw is in januari 2015 geopend en combineert een depot- met een museumfunctie. Het archeologisch centrum is vernoemd naar Hilde, een vrouw uit de vierde eeuw na Christus en gevonden in 1995 bij een opgraving in Castricum.
Huis van Hilde is gerealiseerd in opdracht van de Provincie Noord-Holland. Elke Nederlandse provincie is verantwoordelijk voor het in stand houden en tentoonstellen van archeologische vondsten binnen haar grenzen. Het oude depot van Noord-Holland in Wormer werd te klein, het klimaat was slecht beheersbaar en het was slechts in beperkte mate toegankelijk voor bezoekers. Het gebouw op de Zanderij in Castricum biedt voldoende ruimte voor beheer en het tentoonstellen van archeologische vondsten en collecties.
Huis van Hilde heeft een vloeroppervlak van 4.480 m2 en is onderverdeeld in een paviljoen en een ondergronds depot. Het gebouw is ontworpen vanuit het omringende landschap. Het ontwerp refereert aan een nollenlandschap; een duinlandschap dat veel ouder is dan de huidige stuifzandduinen en op verschillende plaatsen in Noord-Holland nog kan worden gevonden.
In het bovengrondse, langgerekte paviljoen zijn aan de ene kant de hoofdingang, met balie en museumwinkel , alsmede een ruimte voor tijdelijke exposities, garderobe en toiletten gesitueerd en aan de andere kant de kantoren van de medewerkers. Op de eerste verdieping bevinden zich een kleinschalig restaurant met terras (op het depot) en auditorium. De langgerekte vorm en het 70 meter lange dak van het gebouw verwijzen naar de vroegmiddeleeuwse boerderijen, zoals die in de omgeving hebben gestaan. De gebogen dakconstructie is afgewerkt met CorTenstalen beplating als een verwijzing naar rietgedekte boerderijen. De grote overstekken van het dak beschermen het interieur tegen direct invallend zonlicht, wat de toepassing van grote glasvlakken toestaat. De gevel is afgewerkt met natuursteen uit Marokko, met fossiele pijlstaartinktvissen erin, een verwijzing naar de archeologische functie van het gebouw. Deze steen komt ook weer terug in het interieur.
Het depot is circa 2.200 m2 groot en verdeeld in diverse archiefruimten en de centraal gelegen tentoonstellingsruimte. Het heuvelachtige nollenlandschap is als het ware over het depot heen getrokken. Door een meter zand op dit deel van het gebouw te leggen wordt op passieve wijze een stabiel klimaat bereikt en zijn maar beperkt installaties nodig om de temperatuur en luchtvochtigheid in het depot constant te houden. Door tijdens ontwerp en uitvoering sterk in te zetten op duurzaamheid heeft Huis van Hilde een gemiddelde score van 8,6 op het duurzaamheidslabel GPR. Daarnaast heeft het integreren van gebouwdelen in het landschap zeker ook een symbolische waarde: de beste plek om archeologisch schatten te bewaren is in de grond.
Middelsee is het uitbreidingsplan aan de zuidwestzijde van Leeuwarden, naar een stedenbouwkundig ontwerp van West 8. De Friese waterstad geldt als inspiratiebron. In opdracht van de kleinste woningbouwvereniging van Nederland hebben wij een plan gemaakt voor woningen rond twee groene hoven. Een kleinschalige gemeenschap met veel ruimte voor ontmoetingen, en een stoere waterkant met het appartementengebouw als blikvanger.
Met eenvoudige middelen wordt verschil gecreëerd, waardoor nooit meer dan 2 woningen hetzelfde zijn. De basis is steeds gelijk: een compacte plattegrond, lichtgevoegd rood metselwerk en kloeke witte kozijnen. Verschil maken we met een dakkapel of gemetselde dakopbouw, een dakranddetail, een verbijzondering rond de entree. Het huidige woningbezit van opdrachtgever in de binnenstad van Leeuwarden was tevens een inspiratiebron. Een karakteristieke volksbuurt met veel groen. In ons plan ontmoeten bewoners elkaar rond de privé stoepjes en tuinen met lage hagen, evenals de brede galerijen langs de houten gevel van het appartementengebouw. De gemeenschappelijke fietsenbergingen en deelauto’s dragen eveneens bij aan het gevoel van saamhorigheid.
Op een idyllische locatie langs de Zijldijk maakte studio VVKH een ontwerp voor een houten vakantiewoning /atelier op de plek van een oude bedrijfsloods. De voormalige kwekerij in het polderlandschap langs de Zijl is door de nieuwe bewoners veranderd in een paradijselijk buiten met kippen, varkens, een schapenweide en zwemvijver. Het nieuwe gebouw is bedoeld om gasten te ontvangen die hier willen logeren, kamperen of geïnspireerd raken. Op de bestaande fundering van de loods is een houten casco neergezet in CLT (kruislaaghout). Met duurzame technieken en materialen wordt een moderne boerenschuur gerealiseerd die hier volkomen natuurlijk op zijn plek is.
Het gebouw bestaat uit een hoge atelierruimte aan de ene zijde en een vakantiewoning aan de beschutte tuinzijde, die met een vide achter een hoge glazen pui verbonden is met de polder. In het midden van het pand zitten de sanitaire voorzieningen voor alle bezoek. De ruime entree heeft een nis voor klompen en laarzen.
Werken met CLT bleek hier de ideale methode. Het gebouw kon snel en licht geconstrueerd worden, en de ruwbouw is gelijk de afbouw. De levendige tekening van het hout geeft de ruimte direct de gewenste sfeer. Bouwen met hout betekent bovendien het opslaan van CO2 in plaats van uitstoten. Met zonnepanelen en een warmtepomp is het gebouw geheel gasloos en energieneutraal. Vanaf 2022 is de locatie opengesteld via een online platform voor duurzame en natuurvriendelijke kampeerlocaties.
Voor het woonhuis Rapenburg 49 in Leiden, een Rijksmonument, hebben wij een ontwerp gemaakt voor het verduurzamen en tevens versterken van de historische en ruimtelijke kwaliteiten van het pand. Het woonhuis bestaat uit een voor- en achterhuis. De stijlkamers in het voorhuis zijn in oude luister hersteld. Oorspronkelijke details en kleuren zijn teruggebracht en er is een nieuwe wandbespanning aangebracht. De familie woont zelf met twee kinderen in het achterhuis. Wens was om het achterhuis zo duurzaam mogelijk te renoveren. Met onder meer het aanbrengen van een dampopen isolatiesysteem, een nieuwe geïsoleerde beganegrondvloer en een luchtwarmtepomp is het gelukt het achterhuis ‘van het gas af’ te halen. Tijdens de renovatie van het achterhuis is de indeling verbeterd en is een dakkapel geplaatst en enkele dakvensters. De verbinding op de begane grond tussen keuken en woon/eetkamer en op de verdieping tussen slaapkamer en bibliotheek is teruggebracht. Bij de ingrepen is steeds gezocht naar een balans tussen moderne techniek en historisch besef.
Het geheel is gerealiseerd in nauwe samenspraak met opdrachtgever, restauratiebedrijf Burgy en Erfgoed Leiden.
fotograaf: Arjen Veldt
Op de kop van het Plantsoen in Leiden is in een gemeentelijk monument een complex van zes appartementen gerealiseerd.
Komend vanuit de oostelijke richting vormt deze locatie een opvallende entree van de binnenstad. De appartementen van circa 150 m2 zijn van alle luxe en comfort voorzien, zoals een eigen inpandige garage, ruime dakterrassen en een lift, terwijl de historische aanblik en waarde van de gebouwen behouden zijn gebleven. Bij de herontwikkeling is eveneens ingezet op duurzaamheid; energielabel A. Buitengevel, raampartijen en dak zijn aanvullend geïsoleerd. De woningen hebben vloerverwarming en op het dak zijn zonnepanelen voorzien.
Het gemeentelijk monument aan het Plantsoen 1-3 is verdeeld over drie bouwlagen en een kelder. Het pand op nummer 1 was oorspronkelijk een vrijstaand huis, nummer 3 maakte onderdeel uit van een blok van 3 huizen. Beide gebouwen dateren uit 1875 en zijn in 1957 met elkaar verbonden (1a) en omgebouwd tot één groot verpleeghuis. Bij deze functiewijziging zijn de oorspronkelijke kwaliteiten grotendeels verloren gegaan. De ronde aanbouw bij nummer 1 dateert van 1993.
In de nieuwe opzet met 6 appartementen zijn de monumenten door restauratieaannemer Burgy uit Leiden in oude luister hersteld.
De gevel van het tussenliggende gebouw is vernieuwd en qua uitstraling in lijn gebracht met de monumenten. De bestaande gevel van de ronde aanbouw is afgewerkt met een bronskleurige gevelbeplating, een ‘voile’ met een bladermotief. Dit patroon is geïnspireerd op de bladermotieven en decoraties uit de 19e eeuw, die nog op diverse plaatsen langs het Plantsoen te vinden zijn. De ronding met ‘voile’ is een bijzonder herkenningspunt in de binnenstad.
Elk appartement heeft zowel ruimtes in het monumentale deel als in de vernieuwde delen. Het interieur van de monumentale bouwdelen is van passende details voorzien om het historische karakter zoveel mogelijk terug te brengen. Dit specifieke onderdeel is door Verlaan & Bouwstra architecten uit Vianen verzorgd.
Inpandig hadden de kopers veel keuzevrijheid; zowel een nog rijkere aankleding met bijvoorbeeld wandbespanning, lambrisering en en-suite indeling als een strakke, moderne afwerking en indeling was mogelijk. Elk appartement is uniek, heeft een eigen indeling en eigen karakter. Alleen het uitzicht is voor alle appartementen gelijk; ze kijken alle uit op het prachtige monumentale stadspark het Plantsoen aan de Singel.
In juli 2018 zijn de appartementen opgeleverd.



