woonzorgcomplex Laurens Oudelandse Hof, Berkel en Rodenrijs

In het woonzorgcomplex Laurens Oudelandse Hof in Berkel en Rodenrijs zijn zorg, wonen en aanvullende dienstverlening zorgvuldig op elkaar afgestemd.

Het totale programma van het woonzorgcomplex en de daarbij behorende parkeerdruk hebben geleid tot dubbel grondgebruik. Verhoogde daktuinen, grasdaken, hoven en terrassen compenseren het gebrek aan "groene ruimte" op de begane grond. In het gebouw zijn drie functies ondergebracht; een psychiatrische instelling met 36 bedden, een verpleeghuis met 176 bedden en 67 senioren(huur)appartementen, waarvan 14 geschikt voor meervoudig gehandicapten. Ondanks de grootte van het gebouw zijn deze functies duidelijk herkenbaar en wordt het complex door de onderverdeling in een aantal hoven als kleinschalig ervaren.

De seniorenwoningen zijn gesitueerd rond een hof. Het psychiatrische deel heeft zijn eigen half open hof en ook het relatief grote verpleegtehuis is onderverdeeld in een aantal hoven, waarmee voor de bewoners een kleine, veilige leefomgeving is gegenereerd.

Een groot complex heeft als voordeel dat het over diverse algemene voorzieningen kan beschikken. Zo zijn in het gebouw een kinderdagverblijf, een restaurant, een supermarkt en een fitness/fysiotherapieruimte opgenomen, die eveneens door mensen van buiten kunnen worden gebruikt. Het gebouw vervult hiermee een belangrijke functie voor de wijk. De diverse verkeersstromen, wel en niet openbaar toegankelijk, zijn goed en helder van elkaar gescheiden.

De menging van functies in het gebouw zorgt voor de nodige levendigheid. De bewoners zijn niet geïsoleerd maar blijven deel uitmaken van de maatschappij. Het complex is om die reden in een woonwijk, nabij het centrum van Berkel en Rodenrijs gesitueerd.

Status gerealiseerd 2003
Architecten Ronald Knappers
Medewerkers Krijn Tabbers
Opdrachtgever(s) BOAG b.v. Rotterdam
Gerelateerd

Op de kop van het Plantsoen in Leiden is in een gemeentelijk monument een complex van zes appartementen gerealiseerd.
Komend vanuit de oostelijke richting vormt deze locatie een opvallende entree van de binnenstad. De appartementen van circa 150 m2 zijn van alle luxe en comfort voorzien, zoals een eigen inpandige garage, ruime dakterrassen en een lift, terwijl de historische aanblik en waarde van de gebouwen behouden zijn gebleven. Bij de herontwikkeling is eveneens ingezet op duurzaamheid; energielabel A. Buitengevel, raampartijen en dak zijn aanvullend geïsoleerd. De woningen hebben vloerverwarming en op het dak zijn zonnepanelen voorzien.

Het gemeentelijk monument aan het Plantsoen 1-3  is verdeeld over drie bouwlagen en een kelder. Het pand op nummer 1 was oorspronkelijk een vrijstaand huis, nummer 3 maakte onderdeel uit van een blok van 3 huizen. Beide gebouwen dateren uit 1875 en zijn in 1957 met elkaar verbonden (1a) en omgebouwd tot één groot verpleeghuis. Bij deze functiewijziging zijn de oorspronkelijke kwaliteiten grotendeels verloren gegaan. De ronde aanbouw bij nummer 1 dateert van 1993.

In de nieuwe opzet met 6 appartementen zijn de monumenten door restauratieaannemer Burgy uit Leiden in oude luister hersteld.
De gevel van het tussenliggende gebouw is vernieuwd en qua uitstraling in lijn gebracht met de monumenten. De bestaande gevel van de ronde aanbouw is afgewerkt met een bronskleurige gevelbeplating, een ‘voile’ met een bladermotief. Dit patroon is geïnspireerd op de bladermotieven en decoraties uit de 19e eeuw, die nog op diverse plaatsen langs het Plantsoen te vinden zijn. De ronding met ‘voile’ is een bijzonder herkenningspunt in de binnenstad.

Elk appartement heeft zowel ruimtes in het monumentale deel als in de vernieuwde delen. Het interieur van de monumentale bouwdelen is van passende details voorzien om het historische karakter zoveel mogelijk terug te brengen. Dit specifieke onderdeel is door Verlaan & Bouwstra architecten uit Vianen verzorgd.

Inpandig hadden de kopers veel keuzevrijheid; zowel een nog rijkere aankleding met bijvoorbeeld wandbespanning, lambrisering en en-suite indeling als een strakke, moderne afwerking en indeling was mogelijk. Elk appartement is uniek, heeft een eigen indeling en eigen karakter. Alleen het uitzicht is voor alle appartementen gelijk; ze kijken alle uit op het prachtige monumentale stadspark het Plantsoen aan de Singel.

In juli 2018 zijn de appartementen opgeleverd.

vogelvlucht gevelbouwer

In nauwe samenspraak met de gemeente Leiden heeft VVKH een stedenbouwkundig plan gemaakt voor de herontwikkeling van een tweetal kantoorgebouwen aan de Verbeekstraat in Leiden. Wat nu een versteende omgeving is waarin de auto domineert moet straks een bruisende, groene en mensvriendelijke woonwijk worden. In lijn met de hoogbouwvisie van de gemeente wordt langs de Plesmanlaan een aantal volumes toegevoegd die een nieuw stadsaanzicht vormen langs deze toegangsweg van de stad. Samen met de ontwikkelingen op de Bio Science Campus aan de overzijde van de weg ontstaat hier een nieuw en innovatief stadsdeel.

Aan de Hoge Rijndijk 48 in Zoeterwoude is een plan ontwikkeld voor een nieuw appartementencomplex met huurwoningen voor starters en senioren.
De woningen komen op de plek van een kantoorpand, dat al jaren leeg staat. Het nieuwe woongebouw staat op de grens van de grootschalige bebouwing die op dit moment tussen de Oude Rijn en de Hoge Rijndijk wordt gerealiseerd, en de bestaande woonbuurt uit de jaren ’80. Aan de oostzijde grenst het aan een parkje. De nieuwbouw is in de rooilijn van de Rijndijk geplaatst en versterkt zo het profiel van de weg. Op het achtergelegen terrein zijn de parkeerplaatsen gesitueerd, omzoomd met groen. Door de bouwmassa in drieën te geleden ontstaat een kleinere schaal, die met verschillen in metselwerk en dakvorm verder wordt versterkt. In het gebouw komen 34 huurwoningen van ca. 50 m2 en een fietsenstalling. Met individuele warmtepompen en zonnepanelen op het dak wordt een uiterst energiezuinig en duurzaam ontwerp gerealiseerd.

Villa Meijendel ligt in het gelijknamige natuurgebied in Wassenaar, daar waar een dicht naaldbos verandert in een open duinvallei. Het huis heeft een monoliet onafgewerkt betonskelet en ligt voor een belangrijk deel verzonken in de duinen. Vorm en materiaalkeuze zijn afgestemd op het ongerepte omringende landschap. Glasopeningen en split-levels binnenin het huis verbinden de ruimtes op verschillende manieren met de bomen, het licht en de duinen.  Op elk punt van de woning kan van het natuurgebied worden genoten.

Het huis is aan de buitenkant volledig bekleed met zwarte houten delen. Het hout is bewerkt volgens een Japanse brandmethode, een duurzame manier om hout te conserveren. Het zwarte oppervlak lijkt telkens te veranderen door het licht. Soms valt het huis weg ten opzichte van de donkere bosrand, soms schittert het in de zon vanwege het glinsterende verkoolde hout, en dan weer vormt het een achtergrond voor het schaduwspel van boomstammen en takken. Het huis is gecamoufleerd en valt tegelijkertijd op.

De entree van de villa ligt op het middenniveau, waar een kantoorruimte en twee slaapruimten gesitueerd zijn. Daarboven is de woonruimte met keuken. Een kamerhoog hoekraam in de woonkamer biedt uitzicht op de uitgestrekte duinvallei aan de voorkant. Door een laag raam is echter ook het naaldbos aan de achterkant van het huis te zien. Aan de andere kant bevindt zich de open keuken met glasdeuren naar het terras. Beneden, aan de tuinzijde, zijn de hoofdslaapkamer, badkamer en gym. Een set-back en een afwisseling van gebrand hout en openingen in de gevel creёren hier een bufferzone die voor beschutting zorgt. Door de openingen tussen de donkere stammen zijn het zwembad en de dichte bosrand te zien. Het laagste niveau bestaat uit een garage en technische ruimte.

Alle toegepaste materialen zijn ongepolijst en tonen hun stoffelijkheid: beton, staal, hout, gebrand hout en geanodiseerd aluminium. Zowel het gebrande hout aan de buitenkant, als het hout dat in het interieur is gebruikt, is Douglas-Fir, een naaldhoutsoort die groeit in de kustregio.

West 8, Adriaan Geuze, heeft het tuinontwerp verzorgd.

Villa Meijendel is genomineerd voor het BNA gebouw 2017 (categorie Particuliere woonbeleving), RAP architectuurprijs 2017 en Reynaers Projectprijs 2017. 

Fotografie: Christian van der Kooy Fotografie