Ruim 300 gelijkvormige portieketageflats hebben plaats gemaakt voor 315 levensloopbestendige woningen, variërend van eengezinswoningen tot appartementen in een toren van 14 lagen. In het wooncomplex zijn verspreid over alle drie de woonblokken diverse zorg- en maatschappelijke voorzieningen opgenomen. Zo zijn er onder andere een fietsenwerkplaats en horeca bemand door werknemers met een verstandelijke beperking. Daarnaast zijn er zorgwoningen voor ouderen en verstandelijk en lichamelijk gehandicapten. De zorgwoningen worden door verschillende zorginstellingen aangeboden. Deze ondersteunen de bewoners en hebben tevens het beheer over de maatschappelijke voorzieningen.
Bewoners parkeren onder de binnentuinen van de gesloten bouwblokken in twee parkeergarages. Geluidwerende maatregelen in de woningen langs het spoor en de uitvalswegen beperken de overlast van verkeer. Richting de straat en het spoor zijn er met de toegepaste woningtypologieën alleen maar voorkanten.
| Status | gerealiseerd 2012 |
| Architecten | Ronald Knappers |
| Medewerkers | Krijn Tabbers |
| Opdrachtgever(s) | Portaal Ontwikkeling |
De 173 "verandawoningen", zoals het project in het deelplan de Erven binnen ons bureau wordt genoemd, zijn eigentijds, maar hebben een uitstraling die vergelijkbaar is met woningen uit de jaren dertig. De veranda's aan de straatzijde verwijzen met een knipoog naar het verleden. Verhoudingen, detaillering en materiaalgebruik zorgen voor een harmonieus geheel. Ondanks het aantal, zijn de woningen telbaar en herkenbaar. De wisseling in ritme en gebruik van deuren, ramen, kolommen, dakkapellen en diverse dakvormen geven de woningblokken een aangename schaal. Het metselwerk met verschillende steenverbanden, stenen tuinmuren, uniforme dakpannen en een doorgaande (veranda/dak) lijst zorgen voor continuïteit en smeden de blokken tot één harmonieus geheel. De parkeerhoven aan de tuinzijde hebben een informeel en groen karakter. Dit is niet alleen het terrein voor de bewoners en bezoekers om de auto te parkeren, maar is tevens geliefd bij de kinderen als speelgebied. De meeste levendigheid vindt dan ook plaats aan de achterzijde van de woningen, aan de straat/verandazijde heerst een oase van rust.
fotografie: Roos Aldershoff ©
Villa Meijendel ligt in het gelijknamige natuurgebied in Wassenaar, daar waar een dicht naaldbos verandert in een open duinvallei. Het huis heeft een monoliet onafgewerkt betonskelet en ligt voor een belangrijk deel verzonken in de duinen. Vorm en materiaalkeuze zijn afgestemd op het ongerepte omringende landschap. Glasopeningen en split-levels binnenin het huis verbinden de ruimtes op verschillende manieren met de bomen, het licht en de duinen. Op elk punt van de woning kan van het natuurgebied worden genoten.
Het huis is aan de buitenkant volledig bekleed met zwarte houten delen. Het hout is bewerkt volgens een Japanse brandmethode, een duurzame manier om hout te conserveren. Het zwarte oppervlak lijkt telkens te veranderen door het licht. Soms valt het huis weg ten opzichte van de donkere bosrand, soms schittert het in de zon vanwege het glinsterende verkoolde hout, en dan weer vormt het een achtergrond voor het schaduwspel van boomstammen en takken. Het huis is gecamoufleerd en valt tegelijkertijd op.
De entree van de villa ligt op het middenniveau, waar een kantoorruimte en twee slaapruimten gesitueerd zijn. Daarboven is de woonruimte met keuken. Een kamerhoog hoekraam in de woonkamer biedt uitzicht op de uitgestrekte duinvallei aan de voorkant. Door een laag raam is echter ook het naaldbos aan de achterkant van het huis te zien. Aan de andere kant bevindt zich de open keuken met glasdeuren naar het terras. Beneden, aan de tuinzijde, zijn de hoofdslaapkamer, badkamer en gym. Een set-back en een afwisseling van gebrand hout en openingen in de gevel creёren hier een bufferzone die voor beschutting zorgt. Door de openingen tussen de donkere stammen zijn het zwembad en de dichte bosrand te zien. Het laagste niveau bestaat uit een garage en technische ruimte.
Alle toegepaste materialen zijn ongepolijst en tonen hun stoffelijkheid: beton, staal, hout, gebrand hout en geanodiseerd aluminium. Zowel het gebrande hout aan de buitenkant, als het hout dat in het interieur is gebruikt, is Douglas-Fir, een naaldhoutsoort die groeit in de kustregio.
West 8, Adriaan Geuze, heeft het tuinontwerp verzorgd.
Villa Meijendel is genomineerd voor het BNA gebouw 2017 (categorie Particuliere woonbeleving), RAP architectuurprijs 2017 en Reynaers Projectprijs 2017.
Fotografie: Christian van der Kooy Fotografie
Stedenbouwkundige en architectonische inpassing “Vomar locatie", hoek Abraham van Rooijenstraat en Maarten Kruytstraat te Noordwijk
Stedenbouwkundig waren de contouren en de hoogte van het bouwplan bepaald door de gemeente Noordwijk. Met het plan worden de Abraham van Rooijenstraat en Maarten Kruytstraat duidelijk gedefinieerd, aansluitend op de bestaande straatprofielen. Ook de Gasthuissteeg krijgt met dit bouwplan een duidelijke begrenzing.
De hoofdmassa kent een tussenschaal tussen twee werelden die in de omgeving aanwezig zijn. Aan de ene kant is er de kleinschalige dorpsbebouwing van de Hoofdstraat en aan de andere kant de grootschalige hotelbebouwing. De massa van het nieuw te bouwen bouwblok is 3 lagen hoog plus een kapverdieping. Het wordt geleed in een aantal volumes, waarmee de schaal van het bouwblok verzacht wordt. Door verschillende kleuren metselwerk en dakbeëindigingen worden deze volumes verzelfstandigd. Met een spel van ritme van balkons, ramen, banden, daklijsten en een groen-koperkleurig dak voegt het gebouw zich goed in de badplaatsarchitectuur van de omgeving. De massa aan de Gasthuissteeg is 2 lagen hoog en heeft een groene gevel. Aan de noordzijde van het plan wordt de bestaande brandgang dichtgezet en sluit de bebouwing direct op het naastliggend perceel.
Het plan is vooral duurzaam te noemen vanwege het driedubbel grondgebruik. Het bouwblok kent een ondergrondse parkeergarage, een winkellaag op de begane grond met daarboven 42 woningen en een parkeerdek.
De Abraham van Rooijenstraat is een belangrijke ontsluitingsweg. Vandaar dat vooral functies als de inrit van de ondergrondse parkeergarage, de inrit van het parkeerdek op de 1e laag voor de woningen, en de entree van de expeditie hier gemaakt zijn. De Maarten Kruytstraat wordt meer verkeersluw. Hier komen de winkelfuncties te liggen, die via twee duidelijke entrees op de hoeken worden ontsloten. Vanuit de Hoofdstraat en vanuit de Grent zijn deze entrees duidelijk zichtbaar.
Aan de noordzijde bevindt zich de entree van de woningen. Het bestaande laad- en loshof waar zich ook andere woningontsluitingen bevinden krijgt hiermee een kwaliteitsimpuls. De galerijgevel, niet of nauwelijks zichtbaar vanaf de openbare ruimte is als een verandawereld bedacht. Het is een lichte wereld van geschilderd hout.
Het plezier van wonen: ‘MIJN STEK’ in Haarlem
De Amsterdamse buurt is van oorsprong een arbeidersbuurt, met lage bebouwing en een hoge woningdichtheid, gebouwd rond 1900. De mensen die hier wonen voelen zich verbonden met de omgeving. De woningen zijn destijds ontworpen in een eenvoudige, maar verzorgde rode baksteenarchitectuur in een herkenbare stijl. De wijk is door de jaren heen echter ingrijpend veranderd. De karakteristieke kleine woningen ondergingen een vernieuwingsslag; veel woningen werden daarbij uitgerust met (te) grote dakkapellen. Ook werd her en der vervangende nieuwbouw gerealiseerd, die veelal detoneert. De kenmerkende karakteristieken van de Amsterdamse buurt werden bij elke ingreep minder zichtbaar.
De nieuwbouw van ‘MIJN STEK’ vormt een ensemble met de oorspronkelijke bebouwing. Het project staat in de traditie van het werk van de Haarlemse architect van Loghem, met zijn ritmiek, gebruik van baksteen en detaillering. Met dit plan heeft de wijk een hart gekregen, dat vernieuwend en tegelijkertijd vertrouwd aanvoelt.
Na sloop van 29 eengezinswoningen zijn aan het Drilsmaplein en de Dr. Schaepmanstraat 40 nieuwe huurwoningen (‘MIJN STEK’) teruggekomen; 2 kleinschalige appartementengebouwen met 30 appartementen (zowel vrije sector als sociale huur) en 10 eengezinswoningen (vrije sector). De nieuwbouwplannen zijn in opdracht van woningcorporatie Elan Wonen gerealiseerd. De woningen zijn zorgvuldig ingepast in het bestaande stedelijk weefsel. De grootste ingreep waren de relatief omvangrijke appartementengebouwen, die dankzij een setback op de 2e verdieping goed aansluiten op de bestaande bebouwing. Er is veel aandacht besteed aan het open en levendig maken van de begane grond verdieping. Men woont aan de straat. Met omvangrijke balkons en ramen die als grote ogen op het Drilsmaplein kijken en de verzorgde baksteenarchitectuur wordt de centrale functie van het plein versterkt. De appartementen zijn levensloopbestendig ontworpen.
De eengezinswoningen zijn volgens de ‘spaarhuis’ methode van Slokker Innovate gebouwd.
MIJN STEK was 1 van de 10 genomineerde projecten voor de Lieven de Keypenning 2017.