De brandweerkazerne van circa 4.500 m2 ligt direct naast een uitgestrekt natuurgebied tussen Amstelveen en Ouderkerk aan de Amstel met prachtige rietlanden en heeft een directe verbinding naar de A9.
Het gebouw staat in het water en heeft een carrévormige onderbouw rond een binnenplaats. Op deze binnenplaats zijn de remises, werkplaatsen en oefenruimten georiënteerd. De binnenplaats wordt ook als oefenplek gebruikt. De carrévorm beschermt de omliggende bebouwing tegen het geluid van de brandweeroefeningen. Bovenop de onderbouw ligt een volume van twee bouwlagen dat aan beide zijden 15 m uitkraagt. In deze lagen bevinden zich de kantoren, slaapkamers, kantine, woonkamer en de sportzaal. De metalen gevelafwerking heeft een sterke horizontale belijning die verwijst naar het platte landschap. Aan de voorzijde zijn roosters op de gevel gemonteerd die dienst doen als zonwering en als glazenwasbalkon.
Het gebouw is energiezuinig door hoogwaardige isolatie en een zeer efficiënte installatie. Verwarming geschiedt door stadsverwarming, koeling met koud water uit de bodem door middel van een monobroninstallatie. De ventilatieinstallatie is voorzien van een warmtewiel en zuigt zo koel mogelijke lucht aan onder het grote overstek boven de waterpartij.
Ten westen van Utrecht ligt de grootste nieuwbouwwijk van Nederland: Leidsche Rijn. Hier wonen en werken bijna 80.000 mensen. De snelweg A2 loopt door die grote uitbreiding van Utrecht als het ware dwars door de stad heen. In een flauwe bocht in de A2, ter plaatse van Lage Weide ligt "the Wall", een 800 m lang en 60 m breed gebouw. The Wall is een geluidscherm en multifunctioneel gebouw ineen. Het gebouw wordt vanaf de A2 bij 100 km per uur in 28 seconden voorbij gereden. Op dit fenomeen is het ontwerp gemaakt. De rode hoofdmassa verandert langzaam van vorm waardoor hij bij het voorbijgaan fluide lijkt te worden. De langzaam vloeiende lijnen bevinden zich ook aan de ingangszijde van het winkelcomplex, de Leidsche Rijn zijde. Beide zijden lopen in elkaar over ter plaatse van de kop en de staart. De kop kraagt 16 m uit en bevindt zich ter plaatse van de op- en afrit van de snelweg. Aan de Leidsche Rijn zijde bevinden zich vier grote entrees. In deze gevel zijn eveneens de hellingbanen naar het parkeerdek gesitueerd.Vanaf het parkeerdek zijn stijg- en daalpunten opgenomen die de bezoekers naar de winkels brengen. Achter de winkels is een aparte expeditiestraat waar het publiek geen toegang tot heeft.
Voormalige werkplaatsen van de faculteit Industrieel Ontwerpen zijn teruggegeven aan de TU Delft. De werkplaatsen zijn omgebouwd naar computerzalen en worden ingezet voor centrale facilteiten zoals onder andere het digitaal tentamineren van studenten. De computerzalen hebben een eigen identiteit gekregen - thema "digitaal" - vormgegeven met teksten en fotoprints. Verfissende ledverlichting en interieurelementen complementeren het geheel. Op 1 oktober 2012 zijn de ruimten officieel door de studenten in gebruik genomen.
Het voormalige artilleriedepot met binnenterrein aan de Paardenmarkt in Delft, een Rijksmonument is volledig gerenoveerd en gerestaureerd. De gebouwen zijn geschikt gemaakt voor bewoning, huisvesting van startende (techniek)bedrijven, horeca, vergaderplekken en parkeren (beperkt). De centrale hof krijgt een prachtige tuin die werkt als openbare ruimte voor de hele binnenstad. Binnen het complex zal dit de plek zijn waar mensen elkaar tegenkomen en elkaar zullen inspireren.
In juni 2011 hebben de medewerkers van Achmea hun intrek genomen in het nieuwe hoofdkantoor (voor regio Zuidwest Nederland) aan de Dellaertweg in Leiden. Het Achmeagebouw (32.000m2) is enig in zijn soort. Het gebouw staat ingeklemd op een langgerekte kavel tussen het spoor en de wegen/tunnel van het stationsgebied. Vanwege de grote hoeveelheid leidingen die in de grond moesten blijven liggen is het gebouw opgetild. Het gebouw staat op slank vormgegeven kolomconstructies, die doen denken aan de vorm van een boom. De gevels zijn voorzien van gele, rode en blauwe panelen, als tegenwicht tegen de verder grijze kantooromgeving. Met de kleuren wordt verwezen naar Theo van Doesburg die in de jaren ‘20 van de vorige eeuw in Leiden kunstbeweging de Stijl oprichtte.Onder de grond bevindt zich een tweelaagse, openbare parkeergarage ten behoeve van 340 auto’s.
De uitbreiding van het wijkwinkelcentrum Alexandrium bestaat uit 35.000 m² megastores (Alexandrium II) en 65.000m² overdekte mall met woonwinkels, horeca en andere ontspanningsmogelijkheden (Alexandrium III). De opdracht is na het winnend afsluiten van een prijsvraag samen met projectontwikkelaar MAB in twee fasen gerealiseerd. Belangrijk aspect voor het winnend afsluiten van de prijsvraag was onder andere het handhaven, renoveren en integreren van het op de locatie aanwezige, voormalig Polderhuis. Het staat nu als het ware in de etalage van het winkelcentrum.
Alexandrium II een monument? Hieronder een film van RTV Rijnmond over de iconische architectuur van Alexandrium II.
Cruquius Plaza, bij Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer is het resultaat van een prijsvraag die in 1999 in opdracht van de gemeente Haarlemmermeer werd uitgeschreven om het winkelen in Cruquius een impuls te geven. De prijsvraag werd gewonnen door ING Vastgoed en VVKH. De bestaande woonboulevard is geheel gerenoveerd en aangepast aan de eisen van deze tijd. Daarnaast is 30.000 m2 winkeloppervlak en 25.000 m2 bedrijfsruimte toegevoegd. Op de locatie is een flexibel gebouw, met name voor wat betreft de winkels, en een waterpartij met plein bij de winkelentrees gerealiseerd. De uitkragende luifel biedt een beschut en aangenaam winkelklimaat. De bevoorrading vindt plaats vanuit twee expeditie-entrees aan de bedrijvenzijde. Via de intern gelegen expeditiegangen op de begane grond en verdieping kunnen de winkels vrij van het winkelend publiek bevoorraad worden. De 30 meter hoge Cruquiustoren, het lichtende middelpunt van het plein, vormt een duidelijk herkenningspunt van de woonboulevard.
Het Anatomiegebouw in het Bio Science Park te Leiden was tot begin deze eeuw in gebruik door de Faculteit Geneeskunde van de Universiteit Leiden. Bij de herontwikkeling als Campus Boerhaave blijft het groene en monumentale karakter van het gebied behouden en krijgt het een woonbestemming. In opdracht van de Stichting Boerhaave is het gebouw geschikt gemaakt voor bewoning ten behoeve van internationale promovendi en onderzoekers. Dankzij de hoge ruimtes in het monumentale pand was het mogelijk een insteekverdieping in de wooneenheden te maken en is op deze wijze meer leefruimte gecreëerd. Door het maaiveld rondom te verlagen en van een natuurstenen plint te voorzien is ook in het souterrain een volwaardige woonverdieping gerealiseerd. De 92 wooneenheden variëren in typologie en grootte. Er zijn 1-, 2- en 3-kamer appartementen van 24 - 74 m2 woonoppervlak. Ieder appartement heeft eigen sanitaire voorzieningen en een kitchenette. Verschillende ruimtes in het gebouw zijn voor gemeenschappelijk gebruik, zoals een fietsenstalling, wasruimtes en een ontmoetingsruimte.
Naast het bestaande gebouw is een nieuwe toren gebouwd (ontwerp Mecanoo architecten) met 74 appartementen. Het gehele complex is september 2015 in gebruik genomen.
De brandweerkazerne van 1.716 m2 staat op een zichtlocatie aan de zuidrand van Berkel en Rodenrijs op het bedrijventerrein “de Berkelse Poort”. In het ontwerp van 2004 is rekening gehouden met een mogelijke toekomstige uitbreiding tot 2.500 m2 in verband met de groei van het aantal inwoners en professionalisering van de brandweerzorg. De totale kavel is voorzien van een huls van gaas. Alle benodigde ruimten, oefenplaatsen en parkeerplaatsen zijn binnen die huls gesitueerd. De huls biedt voldoende ruimte voor alle toekomstige uitbreidingen terwijl de hoofdvorm intact blijft.
De temperatuur in het gebouw wordt middels betonkernactivering, gevoed door warmte en koude uit de bodem, continu op een temperatuur van minimaal 15 graden Celsius gehouden. Alleen als het nodig is, bijvoorbeeld bij een uitruk, wordt het gebouw snel opgewarmd tot een comfortabele temperatuur. De huls van gaas beschaduwt het gebouw als een tropisch dak. Hierdoor wordt opwarming in de zomermaanden beperkt. Door deze maatregelen is het een energiezuinig gebouw.
De school 'VIA Kampen' is een samenwerking van het Almere College en het Ichthus College, waar ook de afdeling Praktijkonderwijs deel van uitmaakt. De school is gelegen op een terrein aan de rand van Kampen langs de N50 en biedt huisvesting aan circa 900 leerlingen.
Geluidscontouren hebben mede de vorm van het gebouw bepaald; het gebouw is open naar de weg (N50), opvallend naar de stad en bescheiden naar de naburige woonwijk. Hoge glazen puien geven inkijk in de vele activiteiten die de school rijk is.
In het gebouw aan de Flevoweg zijn naast onderwijsfuncties, kantoren, spreekruimten en drie gymzalen (1.450 m2) ondergebracht. De gymzalen liggen in een uitkragend volume boven de hoofdentree, waar ook de sportvelden zijn gelegen.
Bij het ontwerpen van de school is contextrijk leren steeds het uitgangspunt geweest. Theorie en praktijk staan in een directe relatie met elkaar, ook visueel. Op de begane grond is een omgeving ontworpen waarin leerlingen elkaar bezig zien en elkaar kunnen inspireren met uiteenlopende praktijkonderdelen. Hier zijn de werkplaatsen van de diverse sectoren (Techniek, Economie, Science, Zorg en Welzijn en Groen) gelegen. Op de eerste verdieping zijn rondom de hal studielandschappen (klaslokalen) gesitueerd. In de voorbouw bevinden zich, naast de sportvoorzieningen, de kantoren en spreekkamers van het ondersteunende personeel.
Huis van Hilde ligt aan de duinrand, op de toeristische route tussen station Castricum en de duinen. Het gebouw is in januari 2015 geopend en combineert een depot- met een museumfunctie. Het archeologisch centrum is vernoemd naar Hilde, een vrouw uit de vierde eeuw na Christus en gevonden in 1995 bij een opgraving in Castricum.
Huis van Hilde is gerealiseerd in opdracht van de Provincie Noord-Holland. Elke Nederlandse provincie is verantwoordelijk voor het in stand houden en tentoonstellen van archeologische vondsten binnen haar grenzen. Het oude depot van Noord-Holland in Wormer werd te klein, het klimaat was slecht beheersbaar en het was slechts in beperkte mate toegankelijk voor bezoekers. Het gebouw op de Zanderij in Castricum biedt voldoende ruimte voor beheer en het tentoonstellen van archeologische vondsten en collecties.
Huis van Hilde heeft een vloeroppervlak van 4.480 m2 en is onderverdeeld in een paviljoen en een ondergronds depot. Het gebouw is ontworpen vanuit het omringende landschap. Het ontwerp refereert aan een nollenlandschap; een duinlandschap dat veel ouder is dan de huidige stuifzandduinen en op verschillende plaatsen in Noord-Holland nog kan worden gevonden.
In het bovengrondse, langgerekte paviljoen zijn aan de ene kant de hoofdingang, met balie en museumwinkel , alsmede een ruimte voor tijdelijke exposities, garderobe en toiletten gesitueerd en aan de andere kant de kantoren van de medewerkers. Op de eerste verdieping bevinden zich een kleinschalig restaurant met terras (op het depot) en auditorium. De langgerekte vorm en het 70 meter lange dak van het gebouw verwijzen naar de vroegmiddeleeuwse boerderijen, zoals die in de omgeving hebben gestaan. De gebogen dakconstructie is afgewerkt met CorTenstalen beplating als een verwijzing naar rietgedekte boerderijen. De grote overstekken van het dak beschermen het interieur tegen direct invallend zonlicht, wat de toepassing van grote glasvlakken toestaat. De gevel is afgewerkt met natuursteen uit Marokko, met fossiele pijlstaartinktvissen erin, een verwijzing naar de archeologische functie van het gebouw. Deze steen komt ook weer terug in het interieur.
Het depot is circa 2.200 m2 groot en verdeeld in diverse archiefruimten en de centraal gelegen tentoonstellingsruimte. Het heuvelachtige nollenlandschap is als het ware over het depot heen getrokken. Door een meter zand op dit deel van het gebouw te leggen wordt op passieve wijze een stabiel klimaat bereikt en zijn maar beperkt installaties nodig om de temperatuur en luchtvochtigheid in het depot constant te houden. Door tijdens ontwerp en uitvoering sterk in te zetten op duurzaamheid heeft Huis van Hilde een gemiddelde score van 8,6 op het duurzaamheidslabel GPR. Daarnaast heeft het integreren van gebouwdelen in het landschap zeker ook een symbolische waarde: de beste plek om archeologisch schatten te bewaren is in de grond.
Voor de wijk Hoog Zandveld aan de zuidzijde van Nieuwegein hebben we in 2008 en stedenbouwkundig plan gemaakt. Het bestaande winkelcentrum wordt uitgebreid, er komt een nieuwe school en er worden woningen toegevoegd. In tegenstelling tot eerdere plannen is veel meer van het bestaande park gespaard gebleven.
Meubelplein Ekkersrijt bevindt zich aan de noordzijde van Eindhoven, direct aan de A50. Het bestaande winkelcentrum (21.000 m2 bvo) is in 2013 ingrijpend gerenoveerd en uitgebreid met 24.000 m2 bvo.
Een eigen gezicht
Het bestaande meubelplein was verouderd en bestond uit losse, introverte gebouwen. De etalages en entrees van de winkels waren gericht naar het binnenplein. Naar buiten waren alleen achterkanten te zien. Bij de renovatie en uitbreiding hebben beleving en verblijf centraal gestaan. Het nieuwe complex heeft een eigentijdse, moderne uitstraling gekregen. Oude, losse bouwdelen en nieuwbouw zijn samengesmeed tot een herkenbaar, homogeen geheel, dat goed zichtbaar is vanaf de openbare weg. Daarnaast is een aangenaam verblijfsklimaat voor bezoekers gecreëerd. De winkels zijn tijdens deze grootscheepse operatie open gebleven. Door intensief overleg en afstemming tussen ontwerpteam, huurders en uitvoering is de overlast voor de zittende huurders tot een minimum beperkt is gebleven. Met deze transformatie is meubelplein Ekkersrijt weer toekomstbesteding gemaakt.
Renovatie
De bestaande winkels hebben nieuwe gevels gekregen, waardoor ze weer voldoen aan de eisen van deze tijd en qua uitstraling één geheel vormen met de nieuwbouw. Naast de gevels heeft ook de dakconstructie een grondige upgrade ondergaan en zijn installaties (o.a. sprinklerinstallatie) vervangen. Reclames zijn zorgvuldig ingepast en nergens overheersend.
Nieuwbouw
De nieuwbouw heeft een karakteristieke gevel van metaal met een bijzonder, lasergesneden patroon. Terugliggend in de voorgevel zijn de lichtreclames en hellingbanen naar het parkeerdek (500 plaatsen) opgenomen. De beweging van de auto’s op de hellingbanen zorgt op een natuurlijke manier voor extra dynamiek.
Op het voormalige binnenterrein is een vrijstaand ovaalvormig nieuw winkelgebouw gemaakt. Dit gebouw vormt het hart van het nieuwe meubelplein en is door zijn bijzondere vormgeving een icoon naar de snelweg en de omgeving. Vanaf het parkeerdek bereiken bezoekers via loopbruggen het hart en gaan ze met liften en roltrappen naar de open en overdekte winkelpromenades op de lagergelegen niveaus in het complex. Winkels op de verdieping hebben hierdoor net zoveel aanloop als op de begane grond. Door het ovaalvormige gebouw heeft het winkelgebied op maaiveld een aantrekkelijke maat met aan twee kanten winkels.
De nieuwe faculteit van de Technische Universiteit Delft "OCP" herbergt de studierichtingen Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Industrieel Ontwerpen. Terwijl de genoemde afdelingen in gebruik bleven, moest een intensieve verbouwing worden doorgevoerd om te komen tot een hedendaags, logisch en efficiënt functionerend universiteitsgebouw. Essentieel onderdeel van deze opgave was het realiseren van een herkenbaar eigen gebouw voor de faculteit "Industrieel Ontwerpen" op de bestaande locatie, met een positieve uitstraling naar de TU-wijk. Het interieur was integraal onderdeel van het ontwerp. Een zebrapad voert dwars door de inspirerende hal van de entreebalie naar het hoofdtrappenhuis.
Het project is uitgevoerd in samenwerking met LIAG architekten en bouwadviseurs.