Restauratie en verduurzamen monument

Voor het woonhuis Rapenburg 49 in Leiden, een Rijksmonument, hebben wij een ontwerp gemaakt voor het verduurzamen en tevens versterken van de historische en ruimtelijke kwaliteiten van het pand. Het woonhuis bestaat uit een voor- en achterhuis. De stijlkamers in het voorhuis zijn in oude luister hersteld. Oorspronkelijke details en kleuren zijn teruggebracht en er is een nieuwe wandbespanning aangebracht. De familie woont zelf met twee kinderen in het achterhuis. Wens was om het achterhuis zo duurzaam mogelijk te renoveren. Met onder meer het aanbrengen van een dampopen isolatiesysteem, een nieuwe geïsoleerde beganegrondvloer en een luchtwarmtepomp is het gelukt het achterhuis ‘van het gas af’ te halen. Tijdens de renovatie van het achterhuis is de indeling verbeterd en is een dakkapel geplaatst en enkele dakvensters. De verbinding op de begane grond tussen keuken en woon/eetkamer en op de verdieping tussen slaapkamer en bibliotheek is teruggebracht. Bij de ingrepen is steeds gezocht naar een balans tussen moderne techniek en historisch besef.

Het geheel is gerealiseerd in nauwe samenspraak met opdrachtgever, restauratiebedrijf Burgy en Erfgoed Leiden.

 

fotograaf:  Arjen Veldt

Status gerealiseerd (2021)
Architecten Ronald Knappers, Krijn Tabbers
Opdrachtgever(s) particulier
Gerelateerd

Op een driehoekige kavel, waar de historische Vlietweg wijkt van de Vliet, is een compacte woning gerealiseerd. De woning is vooral ontworpen vanuit de beleving van de Vliet. Het basisplan van de woning bestaat uit ruw gemetselde wanden die in en om elkaar grijpen. De grenzen tussen binnen en buiten zijn vervaagd, het water en het landschap zijn een onderdeel van de woning geworden. Je wordt ontvangen in een klein buitenhof met monumentale bomen. Het venster in de tuinmuur geeft een eerste glimp op het water. De tuinmuur volgend, betreed je de hoge entreehal van de woning. Drie treden geven toegang tot de hoger gelegen woonkamer. De woonkamer heeft een panoramisch uitzicht over het water en ligt beschut naar de weg. In de volledig geopende stand van de vouwpui loopt de vloer van de woonkamer door naar buiten en wordt deze verlengd tot aan de Vliet. Tussen de woonkamer en keuken bevindt zich de trap naar de verdieping. Deze heeft uitkragende treden en een glazen balustrade. Eenmaal boven is er in drie richtingen uitzicht over het water en de met mos-sedum begroeide platte daken.

Dit project is genomineerd voor de Leidse architectuurprijs en de Reynaers projectprijs.

Huis van Hilde ligt aan de duinrand, op de toeristische route tussen station Castricum en de duinen. Het gebouw is in januari 2015 geopend en combineert een depot- met een museumfunctie.  Het archeologisch centrum is vernoemd naar Hilde, een vrouw uit de vierde eeuw na Christus en gevonden in 1995 bij een opgraving in Castricum.  

Huis van Hilde is gerealiseerd in opdracht van de Provincie Noord-Holland. Elke Nederlandse provincie is verantwoordelijk voor het in stand houden en tentoonstellen van archeologische vondsten binnen haar grenzen. Het oude depot van Noord-Holland in Wormer werd te klein, het klimaat was slecht beheersbaar  en het was slechts in beperkte mate toegankelijk voor bezoekers.  Het gebouw op de Zanderij in Castricum biedt voldoende ruimte voor beheer en het tentoonstellen van archeologische vondsten en collecties.

Huis van Hilde heeft een vloeroppervlak van 4.480 m2 en is onderverdeeld in een paviljoen en een ondergronds depot. Het gebouw is ontworpen vanuit het omringende landschap. Het ontwerp refereert aan een nollenlandschap; een duinlandschap dat veel ouder is dan de huidige stuifzandduinen en op verschillende plaatsen in Noord-Holland nog kan worden gevonden.

In het bovengrondse, langgerekte paviljoen zijn aan de ene kant de hoofdingang, met balie en museumwinkel , alsmede een ruimte voor tijdelijke exposities, garderobe en toiletten gesitueerd en aan de andere kant de kantoren van de medewerkers. Op de eerste verdieping bevinden zich een kleinschalig restaurant met terras (op het depot) en auditorium. De langgerekte vorm en het 70 meter lange dak van het gebouw verwijzen naar de vroegmiddeleeuwse boerderijen, zoals die in de omgeving hebben gestaan. De gebogen dakconstructie is afgewerkt met CorTenstalen beplating als een verwijzing naar rietgedekte boerderijen. De grote overstekken van het dak beschermen het interieur tegen direct invallend zonlicht, wat de toepassing van grote glasvlakken toestaat. De gevel is afgewerkt met natuursteen uit Marokko, met fossiele pijlstaartinktvissen erin, een verwijzing naar de archeologische functie van het gebouw. Deze steen komt ook weer terug in het interieur.

Het depot is circa 2.200 m2 groot en verdeeld in diverse archiefruimten en de centraal gelegen tentoonstellingsruimte. Het heuvelachtige nollenlandschap is als het ware over het depot heen getrokken. Door een meter zand op dit deel van het gebouw te leggen wordt op passieve wijze een stabiel klimaat bereikt en zijn maar beperkt installaties nodig om de temperatuur en luchtvochtigheid in het depot constant te houden. Door tijdens ontwerp en uitvoering sterk in te zetten op duurzaamheid heeft Huis van Hilde een gemiddelde score van 8,6 op het duurzaamheidslabel GPR. Daarnaast heeft het integreren van gebouwdelen in het landschap zeker ook een symbolische waarde: de beste plek om archeologisch schatten te bewaren is in de grond. 

Aan het begin van de Kruisweg markeert de woonwijk ‘het Gemaalhuis’ de entree van Hoofddorp.
In samenwerking met Timpaan, RROG Stedenbouw en Landschap en IBB is een woningbouwplan gerealiseerd op een plek waar in het verleden kantoren domineerden. De nieuwe woonwijk 'het Gemaalhuis' bevindt zich op loopafstand van het stadshart van Hoofddorp. De woningen zijn in 2020 opgeleverd. Het ontwerp voor 83 woningen zorgt voor een overgang tussen de dorpse lintbebouwing langs de Kruisweg en de grote, stadse schaal die Hoofddorp ambieert. De oorspronkelijke polderverkaveling loopt ter hoogte van de ontwerplocatie dwars op de richting van de rest van de Haarlemmermeer. In het ontwerp is hier een doorgang in het bouwblok gemaakt.

'Het Gemaalhuis' is een rustige woonhof zonder auto’s en een gedeeld gebruik van de openbare ruimte.
De architectuur van de nieuwe woonwijk is robuust en stenig en verwijst naar het verleden. Metselwerkverbanden en rijke detaillering verwijzen naar de stoomgemalen die aan de wieg van Hoofddorp hebben gestaan.De woningen lijken er al langer te staan zonder historiserend te zijn. Het woningaanbod is divers en herkenbaar: er zijn eengezinswoningen, verandawoningen, terraswoningen en appartementen. De appartementen zij als vrij indeelbare lofts ontworpen. De woningen vormen een buurtje op zichzelf.

Fotografie: Rob van Esch

 

Binnen de faculteit Mechanical Engineering (ME) op de TU Campus hebben we de afgelopen jaren diverse verbouwingen doorgevoerd. Kantoorruimtes maakten plaats voor instructiezalen, open werkplaatsen werden gesloten, labruimtes en ondergestofte hallen transformeerden in frisse studieruimtes. Het zijn de veranderopgaves van deze tijd. Flexwerken heeft zijn intrede gedaan, waardoor er meer mensen op minder m2 kunnen werken. Proefopstellingen bestaan steeds minder uit grote apparaten maar maken gebruik van slimme computers en donkere laserlabs. Studenten brengen steeds meer tijd door op de faculteit zelf, en worden intensief begeleid, waardoor er grote behoefte is aan meer studieplekken en instructieruimtes. En dan ligt er ook nog een verduurzamingsopgave van gebouw en installaties.

Het gebouwencomplex uit de jaren ’60 heeft deels een monumentale status, dus is de opgave ook om bij al deze veranderingen het karakter van het gebouw recht te blijven doen. Eenvoudige organisatorische principes helpen om de helderheid van het gebouw te versterken. Stapeling van functies maakt dat een industriehal met sheddaken enerzijds de gewenste nieuwe labfuncties als Clean room en Drone lab kan huisvesten, maar ook een prachtige studieruimte met rijk daglicht oplevert.
In een ander bouwdeel hebben we instructiezalen gerealiseerd met de mogelijkheid zowel frontaal als groepsgewijs les te geven, met bijpassende presentatiemogelijkheden. Veel aandacht gaat uit naar een goed klimaat en een rustige akoestiek. Op andere plekken wordt juist ruimte geboden aan een veelheid van nieuwe en bestaande proefopstellingen, die een uiting zijn van waar deze faculteit voor staat: altijd nieuwsgierig en op zoek naar wat de wereld draaiend houdt.

fotograaf: Lucas van der Wee