Rondom het bestaande winkelcentrum Geesterduin in Castricum worden meer dan 200 woningen gemaakt. Het winkelcentrum krijgt een nieuwe passage met een entree richting het dorp.
| Architecten | Thomas Gillet, Ronald Knappers |
| Opdrachtgever(s) | Hoorne Vastgoed |
Het plezier van wonen: ‘MIJN STEK’ in Haarlem
De Amsterdamse buurt is van oorsprong een arbeidersbuurt, met lage bebouwing en een hoge woningdichtheid, gebouwd rond 1900. De mensen die hier wonen voelen zich verbonden met de omgeving. De woningen zijn destijds ontworpen in een eenvoudige, maar verzorgde rode baksteenarchitectuur in een herkenbare stijl. De wijk is door de jaren heen echter ingrijpend veranderd. De karakteristieke kleine woningen ondergingen een vernieuwingsslag; veel woningen werden daarbij uitgerust met (te) grote dakkapellen. Ook werd her en der vervangende nieuwbouw gerealiseerd, die veelal detoneert. De kenmerkende karakteristieken van de Amsterdamse buurt werden bij elke ingreep minder zichtbaar.
De nieuwbouw van ‘MIJN STEK’ vormt een ensemble met de oorspronkelijke bebouwing. Het project staat in de traditie van het werk van de Haarlemse architect van Loghem, met zijn ritmiek, gebruik van baksteen en detaillering. Met dit plan heeft de wijk een hart gekregen, dat vernieuwend en tegelijkertijd vertrouwd aanvoelt.
Na sloop van 29 eengezinswoningen zijn aan het Drilsmaplein en de Dr. Schaepmanstraat 40 nieuwe huurwoningen (‘MIJN STEK’) teruggekomen; 2 kleinschalige appartementengebouwen met 30 appartementen (zowel vrije sector als sociale huur) en 10 eengezinswoningen (vrije sector). De nieuwbouwplannen zijn in opdracht van woningcorporatie Elan Wonen gerealiseerd. De woningen zijn zorgvuldig ingepast in het bestaande stedelijk weefsel. De grootste ingreep waren de relatief omvangrijke appartementengebouwen, die dankzij een setback op de 2e verdieping goed aansluiten op de bestaande bebouwing. Er is veel aandacht besteed aan het open en levendig maken van de begane grond verdieping. Men woont aan de straat. Met omvangrijke balkons en ramen die als grote ogen op het Drilsmaplein kijken en de verzorgde baksteenarchitectuur wordt de centrale functie van het plein versterkt. De appartementen zijn levensloopbestendig ontworpen.
De eengezinswoningen zijn volgens de ‘spaarhuis’ methode van Slokker Innovate gebouwd.
MIJN STEK was 1 van de 10 genomineerde projecten voor de Lieven de Keypenning 2017.
In Wassenaar zijn 40 duplexwoningen van woningbouwvereniging St. Willibrordus vervangen door 86 sociale huurwoningen voor met name starters en senioren.
Het plangebied van de nieuwe sociale huurwoningen bevindt zich in een dorpsuitbreiding uit de jaren zestig. Destijds was dit de meest noordelijke wijk van Wassenaar, ruim van opzet en met zicht naar weilanden en boerderijen. Bij het maken van het plan voor vervangende nieuwbouw sluiten we aan op de basiskwaliteiten van de oude wijk: we maken ruime straatprofielen met voortuinen en veel groen.
De nieuwe sociale huurwoningen komen in een zestal gebouwen rondom een gemeenschappelijke binnentuin.
Door de tussenliggende Stompwijckstraat op te heffen ontstaat er ruimte om het parkeren voor de bewoners binnen het bouwblok op te lossen, en is er ruimte voor een gemeenschappelijke binnentuin. Aan de binnentuin is een maatschappelijke voorziening opgenomen.
De gebouwen hebben een formele voorkant met zogenaamde zoomwoningen op de begane grond. Dit zijn ondiepe woningen met de toegang en een tuintje aan de straatzijde. De achterkant grenst aan de parkeerplaatsen onder een opengewerkt, groen dek. In het plan blijft de bestaande boomstructuur gehandhaafd. Om privacy te creëren in de voortuintjes is een strook groen tussen de tuinen en het trottoir gemaakt. De woningen op de verdiepingen worden ontsloten middels brede galerijen.
Studio VVKH heeft het stedenbouwkundig ontwerp gemaakt.
Om de gebouwen in de lange straten qua schaal te laten aansluiten op de overliggende bebouwing ligt de gevel van de woningen op de bovenste (3e) verdieping iets terug ten opzichte van de rooilijn. De balkons van de woningen geven contact met de straat en reageren middels een verdraaiing op de oriëntatie ten opzichte van de zon. Aan de noordelijke parkzijde is de bebouwing iets robuuster, daar reageert de bebouwing in hoogte op het naastgelegen appartementengebouw.
Het Anatomiegebouw in het Bio Science Park te Leiden was tot begin deze eeuw in gebruik door de Faculteit Geneeskunde van de Universiteit Leiden. Bij de herontwikkeling als Campus Boerhaave blijft het groene en monumentale karakter van het gebied behouden en krijgt het een woonbestemming. In opdracht van de Stichting Boerhaave is het gebouw geschikt gemaakt voor bewoning ten behoeve van internationale promovendi en onderzoekers. Dankzij de hoge ruimtes in het monumentale pand was het mogelijk een insteekverdieping in de wooneenheden te maken en is op deze wijze meer leefruimte gecreƫerd. Door het maaiveld rondom te verlagen en van een natuurstenen plint te voorzien is ook in het souterrain een volwaardige woonverdieping gerealiseerd. De 92 wooneenheden variƫren in typologie en grootte. Er zijn 1-, 2- en 3-kamer appartementen van 24 - 74 m2 woonoppervlak. Ieder appartement heeft eigen sanitaire voorzieningen en een kitchenette. Verschillende ruimtes in het gebouw zijn voor gemeenschappelijk gebruik, zoals een fietsenstalling, wasruimtes en een ontmoetingsruimte.
Naast het bestaande gebouw is een nieuwe toren gebouwd (ontwerp Mecanoo architecten) met 74 appartementen. Het gehele complex is september 2015 in gebruik genomen.
Voor het woonhuis Rapenburg 49 in Leiden, een Rijksmonument, hebben wij een ontwerp gemaakt voor het verduurzamen en tevens versterken van de historische en ruimtelijke kwaliteiten van het pand. Het woonhuis bestaat uit een voor- en achterhuis. De stijlkamers in het voorhuis zijn in oude luister hersteld. Oorspronkelijke details en kleuren zijn teruggebracht en er is een nieuwe wandbespanning aangebracht. De familie woont zelf met twee kinderen in het achterhuis. Wens was om het achterhuis zo duurzaam mogelijk te renoveren. Met onder meer het aanbrengen van een dampopen isolatiesysteem, een nieuwe geïsoleerde beganegrondvloer en een luchtwarmtepomp is het gelukt het achterhuis ‘van het gas af’ te halen. Tijdens de renovatie van het achterhuis is de indeling verbeterd en is een dakkapel geplaatst en enkele dakvensters. De verbinding op de begane grond tussen keuken en woon/eetkamer en op de verdieping tussen slaapkamer en bibliotheek is teruggebracht. Bij de ingrepen is steeds gezocht naar een balans tussen moderne techniek en historisch besef.
Het geheel is gerealiseerd in nauwe samenspraak met opdrachtgever, restauratiebedrijf Burgy en Erfgoed Leiden.
fotograaf: Arjen Veldt