Studie hergebruik parkeergarage, Rotterdam

In het centrum van Rotterdam staat een gedateerde parkeergarage. We hebben een voorstel gedaan om het gebouw meer uitstraling te geven en toegankelijker te maken. Door de inrit anders te organiseren is het mogelijk om op de begane grond een dubbelhoge winkel toe te voegen. Het gebouw krijgt een nieuwe communicatieve gevel van vertikale lamellen. Op de bovenste verdieping is een restaurant toegevoegd.

Status studie gereed 2013
Architecten Gerrit-Jan van Rijswijk
Medewerkers Thomas Gillet
Gerelateerd

Midden in de Vijfhoek, een pittoreske buurt in de binnenstad van Haarlem, ligt een groot pand dat in 1908 werd opgericht door de firma Waaning als fabriek voor Haarlemmer Olie. Inmiddels heeft het pand de status van gemeentelijk monument. Het deel aan de Doelstraat had een representatieve functie. In rijk geornamenteerde kantoorvertrekken werd het bezoek ontvangen dat overtuigd moest raken van de goede eigenschappen van deze wonderolie. Het achterste deel bestond uit magazijn en personeelsvertrekken, en grenst aan een binnenplaats met kokerij. Enkele dagen in het jaar werd hier het zwavelrijke goedje gebrouwen.
Sinds de jaren ’80 is het gebouw in gebruik als woonhuis. De scheiding tussen voor- en achterhuis is doorbroken, maar de sfeer van vroeger is nog goed te herkennen. De nieuwe eigenaar vroeg ons een plan te maken om het gehele pand klaar te maken voor een nieuwe eeuw: energiezuinig, comfortabel, en gericht op het plezier van het wonen, zowel aan de binnentuin als aan de straat. De garagedeuren die afgetimmerd waren vervangen we door royaal beglaasde vouwdeuren. Met vlasisolatie wordt het gebouw van binnen ingepakt. Beglazing wordt vervangen, het dak van buiten geïsoleerd. Warmtepompen en zonnepanelen voorzien in een duurzame energieopwekking. In nauw overleg met Erfgoed blijven karakteristieke elementen behouden. En beginnen de nieuwe bewoners weer een volgend hoofdstuk in de rijke geschiedenis van dit gebouw.

In nauwe samenwerking met restauratie-aannemer Burgy, EPOS advies en energieadviesburo Kroon werd een plan van aanpak opgesteld. Februari 2024 is de bouw gestart.

De brandweerkazerne in Zaanstad is gelegen aan een van de hoofdinvalswegen van de gemeente en doet dienst als hoofdkazerne voor de regio Zaanstreek en Waterland. Naast een uitrukpost voor acht brandweerauto's zijn in het gebouw kantoren, werkplaatsen en een alarmcentrale ondergebracht. Tevens bevindt zich in het gebouw een oefencentrum waarin de vrijwilligers van de brandweer kunnen trainen. Het oefencentrum is voorzien van een inzetgebouw, waarin grote branden kunnen worden gestookt. De meldkamer is, als een uitkijkpost, op de bovenste verdieping gesitueerd.

Uitgangspunten bij de ontwerpopgave zijn geweest een kwalitatief hoogwaardig beeldniveau van de nieuwbouw op een markante zichtlocatie, passend in de bestaande omgeving en een samenhangend geheel in ruimtelijke opzet van de diverse functies.

Het gebouw is in 2007 in gebruik genomen.

Het Anatomiegebouw in het Bio Science Park te Leiden was tot begin deze eeuw in gebruik door de Faculteit Geneeskunde van de Universiteit Leiden. Bij de herontwikkeling als Campus Boerhaave blijft het groene en monumentale karakter van het gebied behouden en krijgt het een woonbestemming. In opdracht van de Stichting Boerhaave is het gebouw geschikt gemaakt voor bewoning ten behoeve van internationale promovendi en onderzoekers. Dankzij de hoge ruimtes in het monumentale pand was het mogelijk een insteekverdieping in de wooneenheden te maken en is op deze wijze meer leefruimte gecreëerd. Door het maaiveld rondom te verlagen en van een natuurstenen plint te voorzien is ook in het souterrain een volwaardige woonverdieping gerealiseerd. De 92 wooneenheden variëren in typologie en grootte. Er zijn 1-, 2- en 3-kamer appartementen van 24 - 74 m2 woonoppervlak. Ieder appartement heeft eigen sanitaire voorzieningen en een kitchenette. Verschillende ruimtes in het gebouw zijn voor gemeenschappelijk gebruik, zoals een fietsenstalling, wasruimtes en een ontmoetingsruimte.  

Naast het bestaande gebouw is een nieuwe toren gebouwd (ontwerp Mecanoo architecten) met 74 appartementen. Het gehele complex is september 2015 in gebruik genomen.

In 2014 is in het kader van de Herijkingsagenda van de TU Delft de huisvesting voor het TU Delft Process Technology Institute gerealiseerd. In deze nieuwe organisatie zijn diverse leerstoelen binnen de afdelingen van zowel de faculteit 3mE als de faculteit TNW ondergebracht.  De huisvesting is gerealiseerd binnen de bestaande hal 3 van de faculteit 3mE, een grote industriële hal met sheddaken, en in de aangrenzende kantoorvleugel en een recente uitbreiding aan de Leeghwaterstraat. De totale herinrichting beslaat ca. 3600 m2; circa 2.800 m2 labruimtes, 400 m2 kantoor- en vergaderruimtes, 120 m2 studie- en onderwijsruimtes, en 280 m2 algemene voorzieningen.

In de nieuwe huisvesting profileert het TU Delft Process Technology Institute zich op het gebied van 3 toepassingsgebieden rondom procestechnologie en stromingsleer. Het onderzoek binnen deze gebieden heeft veelal een duurzame kant: het gaat bijvoorbeeld om energiezuinige productieprocessen, afvalverwerking, waterzuivering, en alternatieven voor schaarse grondstoffen. Onderwerpen die niet alleen belangrijk zijn voor de industrie, maar voor de hele samenleving. In de loop der jaren had de organisatie op verschillende plekken binnen de TU een scala aan proefopstellingen verzameld, waarvan eerst uitgezocht moest worden welke nog relevant, toekomstbestendig, veelbelovend, of vergeten en mislukt waren. Een bijzonder complexe puzzel, waarbij de nieuwe huisvesting ook nog eens ruimte moet bieden voor de experimenten van de toekomst. Met een heldere organisatie van ruimtes en installatietechniek, met oog voor brandveiligheid, en met veel geduld is de hele operatie tot een succes gebracht.  De nieuwe huisvesting bevordert de samenwerking tussen de betrokken afdelingen, en zorgt ervoor dat het onderzoek ook zichtbaar is voor de hele gemeenschap. De verschillende afdelingen maken gebruik van gedeelde onderzoeksfaciliteiten, een gemeenschappelijk macrolab, waar grote proefopstellingen kunnen worden gebouwd, om de haalbaarheid van industriële toepassingen te testen. Kantoor- en vergaderruimtes zijn geclusterd in de aangrenzende vleugels, die een directe relatie hebben met de onderzoeksruimte. Hier hebben de afdelingen hun eigen werkplekconcept gerealiseerd. Ook is er een aantal studentenwerkplekken gecreëerd binnen de labomgeving, het zogeheten ‘kraaiennest’.

De bouwkundige ingrepen zijn ruim binnen het gestelde budget gerealiseerd. De bijzondere ruimtelijkheid van de oorspronkelijke industriehal geeft het plan extra waarde. Bij verbouwingen binnen een bestaand complex blijkt de impact van het aanpassen van de installaties niet te onderschatten, zowel ruimtelijk als financieel. Dat geldt zeker voor een labomgeving als deze. Veel aandacht is daarom uitgegaan naar het integreren van de installaties in het bouwkundig ontwerp.

Het instituut heeft met de nieuwe huisvesting een herkenbare, transparante en bovenal doelmatige leer- en werkomgeving gekregen. Het gebouw draagt bij aan de aantrekkingskracht van het instituut op studenten. In het nieuwe instituut werken ca. 80 medewerkers en 35 studenten. Daarnaast zijn ca. 100 PhD studenten werkzaam binnen het instituut.