Samen met Bemog Projectontwikkeling heeft studio VVKH in 2017 een plan met duurzame woningen ontwikkeld voor de Kloplocatie, het sluitstuk van de woonwijk Kerk en Zanen in Alphen aan den Rijn.
De locatie ligt aan de rand van het Groene Hart, met prachtige zichtlijnen op de polders. Het project omvat 76 duurzame, gasloze woningen (nul op de meter), 20 waterwoningen, 16 geschakelde villa's, een nuts- en wijkvoorziening en een gebouwde parkeervoorziening. Met de woningen op deze locatie wordt de transformatie van polderlandschap naar de woonwijk Kerk en Zanen afgerond. De woningen passen qua architectuur naadloos binnen de groene omgeving.
De randbebouwing met de geschakelde waterwoningen en de twee appartementengebouwen vormt vanaf de N11 het eerste gezicht van Alphen aan den Rijn. Het groen van de polder wordt visueel doorgetrokken in de bebouwing door elk appartement een eigen (terras)tuin te geven. De geschakelde villa’s zijn gevarieerd gepositioneerd en aan de hand van koperwensen op maat gemaakt.
| Status | gerealiseerd 2021 |
| Architecten | Ronald Knappers, Thomas Gillet |
| Opdrachtgever(s) | Bemog Projectontwikkeling |
De ‘Villa van Bergenlaan’ ligt in Rijksdorp te Wassenaar, aan de rand van een Natura 2000 gebied.
Gesitueerd op een duinrand kijkt het uit over natuurgebied Lentevreugd. Het is een ingetogen villa die voor een deel in het duin ingegraven is en zo onderdeel wordt van het landschap. Energie voor het huis wordt opgewekt door de zon en de lucht. Omdat de villa voor een deel ondergronds ligt is er een hybride constructie van beton en hout gemaakt. De materialen, zoals inlands eiken, Fraké, beton en geanodiseerd aluminium tonen hun ware aard; het materiaal wordt niet verhuld en krijgt soms een bijzondere bewerking, zoals de houten lattenstructuur in het beton. De buitengevel is één à twee verdiepingen hoog en in hout uitgevoerd, met verholen kozijnen.
Kenmerkend is de beleving van licht, ruimte, materialiteit en verbondenheid met de omgeving. De villa is opgebouwd als een sequentie van separaat te onderscheiden ruimten, een “Raumplan”.
Sinds begin 2024 wordt er in de wijk Oostdorp in Wassenaar gebouwd. Oostdorp, in de volksmond “het rode dorp” heeft het karakter van een tuindorp. Er zijn 62 verouderde rijwoningen gesloopt, en daarvoor in de plaats worden 44 grondgebonden woningen en 57 appartementen teruggebouwd. Ruime en duurzame woningen die slim zijn ingepast in de bestaande stedenbouwkundige structuur.
Het originele stratenpatroon met gesloten bouwblokken blijft gehandhaafd. De grondgebonden woningen hebben soms een voortuintje, maar soms staan ze direct op de kavelgrens, net als in de oude situatie. Door een verspringing in de rooilijn is er ruimte gemaakt voor een middenzone met openbaar groen. De breedte van de woningen varieert: er zijn 480 cm en 540 cm brede woningen. Hierdoor kunnen kleinere en grotere gezinnen gehuisvest worden. In de uitwerking hebben we het originele silhouet van de blokken teruggebracht. De blokken bestaan uit een gemetselde begane grond met geknikte (rode) kappen met dakkapellen. De detaillering van de woningen is met typische “tuindorp elementen” zoals mooie metselwerkdetails met verspringingen en diepe negge’s van de kozijnen. Net als in de originele situatie zijn er een tweetal accenten in de korte blokken. Hier zijn de kappen gedraaid. Tussen de blokken worden weer gemetselde poortjes gemaakt.
In Wassenaar is grote behoefte aan betaalbare huisvesting voor jongeren en kleine huishoudens. Daarom wordt in het middengebied een gebouw voor die nieuwe doelgroep vormgegeven: een tweelaags carré-vormig appartementenblok met een geknikte kap met dakpannen, met twee- en drie- kamerwoningen. Qua typologie wijkt het nieuwe gebouw af van de bestaande situatie, maar het heeft rondom meer ruimte, en versterkt samen met de school en het driehoekige plantsoen de stedenbouwkundige structuur in de wijk. Het plantsoen wordt vergroot en vergroend door de overbodige parallelweg tussen plein en de bebouwing te schrappen. Hier bevindt zich de hoofdentree van de appartementen. De woningen op de begane grond hebben elk hun eigen entree aan de straat. Deze woningen hebben een eigen voortuin, omarmd door een brede haag op de erfscheiding. De woningen op de verdiepingen worden ontsloten door een galerij in het binnengebied. Centraal in de carré wordt een parkeervoorziening voor auto’s en fietsen gerealiseerd.
Villa Meijendel ligt in het gelijknamige natuurgebied in Wassenaar, daar waar een dicht naaldbos verandert in een open duinvallei. Het huis heeft een monoliet onafgewerkt betonskelet en ligt voor een belangrijk deel verzonken in de duinen. Vorm en materiaalkeuze zijn afgestemd op het ongerepte omringende landschap. Glasopeningen en split-levels binnenin het huis verbinden de ruimtes op verschillende manieren met de bomen, het licht en de duinen. Op elk punt van de woning kan van het natuurgebied worden genoten.
Het huis is aan de buitenkant volledig bekleed met zwarte houten delen. Het hout is bewerkt volgens een Japanse brandmethode, een duurzame manier om hout te conserveren. Het zwarte oppervlak lijkt telkens te veranderen door het licht. Soms valt het huis weg ten opzichte van de donkere bosrand, soms schittert het in de zon vanwege het glinsterende verkoolde hout, en dan weer vormt het een achtergrond voor het schaduwspel van boomstammen en takken. Het huis is gecamoufleerd en valt tegelijkertijd op.
De entree van de villa ligt op het middenniveau, waar een kantoorruimte en twee slaapruimten gesitueerd zijn. Daarboven is de woonruimte met keuken. Een kamerhoog hoekraam in de woonkamer biedt uitzicht op de uitgestrekte duinvallei aan de voorkant. Door een laag raam is echter ook het naaldbos aan de achterkant van het huis te zien. Aan de andere kant bevindt zich de open keuken met glasdeuren naar het terras. Beneden, aan de tuinzijde, zijn de hoofdslaapkamer, badkamer en gym. Een set-back en een afwisseling van gebrand hout en openingen in de gevel creёren hier een bufferzone die voor beschutting zorgt. Door de openingen tussen de donkere stammen zijn het zwembad en de dichte bosrand te zien. Het laagste niveau bestaat uit een garage en technische ruimte.
Alle toegepaste materialen zijn ongepolijst en tonen hun stoffelijkheid: beton, staal, hout, gebrand hout en geanodiseerd aluminium. Zowel het gebrande hout aan de buitenkant, als het hout dat in het interieur is gebruikt, is Douglas-Fir, een naaldhoutsoort die groeit in de kustregio.
West 8, Adriaan Geuze, heeft het tuinontwerp verzorgd.
Villa Meijendel is genomineerd voor het BNA gebouw 2017 (categorie Particuliere woonbeleving), RAP architectuurprijs 2017 en Reynaers Projectprijs 2017.
Fotografie: Christian van der Kooy Fotografie
Het plezier van wonen: ‘MIJN STEK’ in Haarlem
De Amsterdamse buurt is van oorsprong een arbeidersbuurt, met lage bebouwing en een hoge woningdichtheid, gebouwd rond 1900. De mensen die hier wonen voelen zich verbonden met de omgeving. De woningen zijn destijds ontworpen in een eenvoudige, maar verzorgde rode baksteenarchitectuur in een herkenbare stijl. De wijk is door de jaren heen echter ingrijpend veranderd. De karakteristieke kleine woningen ondergingen een vernieuwingsslag; veel woningen werden daarbij uitgerust met (te) grote dakkapellen. Ook werd her en der vervangende nieuwbouw gerealiseerd, die veelal detoneert. De kenmerkende karakteristieken van de Amsterdamse buurt werden bij elke ingreep minder zichtbaar.
De nieuwbouw van ‘MIJN STEK’ vormt een ensemble met de oorspronkelijke bebouwing. Het project staat in de traditie van het werk van de Haarlemse architect van Loghem, met zijn ritmiek, gebruik van baksteen en detaillering. Met dit plan heeft de wijk een hart gekregen, dat vernieuwend en tegelijkertijd vertrouwd aanvoelt.
Na sloop van 29 eengezinswoningen zijn aan het Drilsmaplein en de Dr. Schaepmanstraat 40 nieuwe huurwoningen (‘MIJN STEK’) teruggekomen; 2 kleinschalige appartementengebouwen met 30 appartementen (zowel vrije sector als sociale huur) en 10 eengezinswoningen (vrije sector). De nieuwbouwplannen zijn in opdracht van woningcorporatie Elan Wonen gerealiseerd. De woningen zijn zorgvuldig ingepast in het bestaande stedelijk weefsel. De grootste ingreep waren de relatief omvangrijke appartementengebouwen, die dankzij een setback op de 2e verdieping goed aansluiten op de bestaande bebouwing. Er is veel aandacht besteed aan het open en levendig maken van de begane grond verdieping. Men woont aan de straat. Met omvangrijke balkons en ramen die als grote ogen op het Drilsmaplein kijken en de verzorgde baksteenarchitectuur wordt de centrale functie van het plein versterkt. De appartementen zijn levensloopbestendig ontworpen.
De eengezinswoningen zijn volgens de ‘spaarhuis’ methode van Slokker Innovate gebouwd.
MIJN STEK was 1 van de 10 genomineerde projecten voor de Lieven de Keypenning 2017.