In deze nieuwbouw voor De Zijl Bedrijven, een sociale werkvoorziening / re-integratie bedrijf, zijn kantoren, magazijnen en productiehallen ondergebracht (totaal circa 9.000 m²). Op het dak van het complex is de parkeervoorziening gesitueerd. Het interieurontwerp is integraal in het bouwkundig ontwerp meegenomen.
Status | gerealiseerd 1999 |
Architecten | Joost de Haan |
Opdrachtgever(s) | De Zijl Bedrijven |
De begraafplaats Rhijnhof in Leiden kampte al lange tijd met een tekort aan kantoorruimte. Tevens was er behoefte om het complex vanaf de weg herkenbaar te maken. Beide wensen zijn vertaald in een nieuw poortgebouw met klokkentoren en pergola. De entreepoort na de brug vormt de toegang naar de laatste rustplaats. Direct aansluitend zijn de kantoren en spreek-, ontvangstruimtes gesitueerd. De bezoeker kan hier via een computerscherm opzoeken wie op welke plek is begraven.
Het gebouw is opgetrokken uit geselecteerd Belgisch leisteen dat op voegloze wijze is verwerkt. Het erboven "zwevende" dak is van beton. Door het bestaande kantoordeel ook met leisteen af te werken is dit volledig in de nieuwbouw geïntegreerd. De nieuwe klokkentoren, waarin twee nog in depot liggende Leidse 17e-eeuwse klokken zijn opgehangen, markeert de bijzondere functie van het gebouw. Het poortgebouw vormt nu een karakteristieke scheiding tussen de buitenwereld en de ingetogen, groene, parkachtige beslotenheid van de begraafplaats van Leiden.
fotografie: Roos Aldershoff ©
Een voormalige showroom voor auto’s is geheel verbouwd en geschikt gemaakt voor de Regionale Ambulance Voorziening. Aan de zijde van de Vondellaan heeft de RAV een eigen gezicht gekregen door hier een klein museum voor antieke ambulances in te richten, aangevuld met een informatie- en presentatieruimte op de verdieping. Achter het museum ligt de ambulance-remise, gescheiden van het museum door een transparante wand. In de remise is alles gericht op een zo snel mogelijke uitruk zonder verstoringen, met een geheel eigen, gesloten routing. Het bestaande pand is met 2 verdiepingen uitgebreid. Hier bevinden zich de kantoren en een hightech opleidingscentrum. Deze ruimtes richten zich, samen met de uitrukdienst op de begane grond, op het spoor. Ook de spoorzijde, waar dagelijks vele reizigers zicht hebben op het gebouw, is als voorkant behandeld. Om glasbewassing mogelijk te maken is de nieuwbouw rondom voorzien van balkons. Door deze telkens subtiel verdraaid aan te brengen spelen zij samen met de geïntegreerde aluminium buitenzonwering een rol in het beperken van de warmteontwikkeling door zoninstraling.
fotografie: Roos Aldershoff ©
Een bestaand kantoorgebouw uit begin jaren ’90 is geschikt gemaakt voor de huisvesting van Hecht, het samenwerkingsverband van de gezondheidsorganisaties in de Leidse regio. In een recordtijd van een jaar is het gehele interieur van het pand dat reeds in handen was van de GGD getransformeerd. Na afweging van een aantal scenario’s bleek hergebruik van het bestaande veruit de voordeligste en meest duurzame optie. Van een hokkerig cellenkantoor en een benauwde publieksruimte is het nu een open werklandschap met flexibele werkplekken, en een uitnodigende entree. Daarmee past het weer bij de hedendaagse manier van werken van de organisatie. Medewerkers die nauw betrokken waren bij de plannen voor de herinrichting van het pand waren aangenaam verrast met het resultaat.
Interieurelementen zoals kastenwanden met akoestische panelen zijn meegenomen in het ontwerp. Het vele hout en de natuurprint op de vloer geven het een aangename en herkenbare uitstraling. Met het vernieuwen van de installaties is ook het binnenklimaat verbeterd en verduurzaamd. Hecht is klaar voor de toekomst.
Installatieadvies: Huisman en van Muijen, 's Hertogenbosch
Huis van Hilde ligt aan de duinrand, op de toeristische route tussen station Castricum en de duinen. Het gebouw is in januari 2015 geopend en combineert een depot- met een museumfunctie. Het archeologisch centrum is vernoemd naar Hilde, een vrouw uit de vierde eeuw na Christus en gevonden in 1995 bij een opgraving in Castricum.
Huis van Hilde is gerealiseerd in opdracht van de Provincie Noord-Holland. Elke Nederlandse provincie is verantwoordelijk voor het in stand houden en tentoonstellen van archeologische vondsten binnen haar grenzen. Het oude depot van Noord-Holland in Wormer werd te klein, het klimaat was slecht beheersbaar en het was slechts in beperkte mate toegankelijk voor bezoekers. Het gebouw op de Zanderij in Castricum biedt voldoende ruimte voor beheer en het tentoonstellen van archeologische vondsten en collecties.
Huis van Hilde heeft een vloeroppervlak van 4.480 m2 en is onderverdeeld in een paviljoen en een ondergronds depot. Het gebouw is ontworpen vanuit het omringende landschap. Het ontwerp refereert aan een nollenlandschap; een duinlandschap dat veel ouder is dan de huidige stuifzandduinen en op verschillende plaatsen in Noord-Holland nog kan worden gevonden.
In het bovengrondse, langgerekte paviljoen zijn aan de ene kant de hoofdingang, met balie en museumwinkel , alsmede een ruimte voor tijdelijke exposities, garderobe en toiletten gesitueerd en aan de andere kant de kantoren van de medewerkers. Op de eerste verdieping bevinden zich een kleinschalig restaurant met terras (op het depot) en auditorium. De langgerekte vorm en het 70 meter lange dak van het gebouw verwijzen naar de vroegmiddeleeuwse boerderijen, zoals die in de omgeving hebben gestaan. De gebogen dakconstructie is afgewerkt met CorTenstalen beplating als een verwijzing naar rietgedekte boerderijen. De grote overstekken van het dak beschermen het interieur tegen direct invallend zonlicht, wat de toepassing van grote glasvlakken toestaat. De gevel is afgewerkt met natuursteen uit Marokko, met fossiele pijlstaartinktvissen erin, een verwijzing naar de archeologische functie van het gebouw. Deze steen komt ook weer terug in het interieur.
Het depot is circa 2.200 m2 groot en verdeeld in diverse archiefruimten en de centraal gelegen tentoonstellingsruimte. Het heuvelachtige nollenlandschap is als het ware over het depot heen getrokken. Door een meter zand op dit deel van het gebouw te leggen wordt op passieve wijze een stabiel klimaat bereikt en zijn maar beperkt installaties nodig om de temperatuur en luchtvochtigheid in het depot constant te houden. Door tijdens ontwerp en uitvoering sterk in te zetten op duurzaamheid heeft Huis van Hilde een gemiddelde score van 8,6 op het duurzaamheidslabel GPR. Daarnaast heeft het integreren van gebouwdelen in het landschap zeker ook een symbolische waarde: de beste plek om archeologisch schatten te bewaren is in de grond.